Van gitaarclub tot amateurorkest

J.H.M. Richter

“De Tustovo’s” – Stevensweert

In aanloop naar dit jaarboek schoot me ineens de naam van “De Tustovo’s” te binnen. Herinnert u ze zich ook nog? Wellicht dat u diep in uw geheugen moet graven. Dit is ook niet verwonderlijk aangezien dit orkestje maar een aantal jaren bestaan heeft, namelijk van 1963 tot 1969. Een korte periode waarin dit amateur-dansorkest desondanks van zich heeft doen spreken.

Eind jaren vijftig van de vorige eeuw waren er in Stevensweert een aantal jongedames en heren, die behoorlijk goed gitaar konden spelen.  Ze volgden geen lessen, het was zelfstudie. Ze leerden het zich onderling. Het ging zelfs zo goed dat zij besloten een gitaarclub op te richten. Deze gitaarclub bestond uit de dames Annie Majolée, Emilie Stokbroeckx en Mia Tubée, alsmede de heren Jan Crutzen, Jozef van Ool en Twan Stokbroeckx.

                Foto 1:  v.l.n.r. Jozef van Ool – Emilie Stokbroeckx – Jan Crutzen
                                                Annie Majolée – Twan Stokbroeckx
                                                           Datering: 6 januari 1960

Zij besloten om bijeen te komen om een repertoire samen te stellen. Toen dit oefenprogramma was samengesteld, werd dit ook stipt nagevolgd. Na een poosje kwam dit zestal tot de conclusie dat er een aardig stukje muziek gebracht werd. In Stevensweert blijft zo iets uiteraard niet onopgemerkt. En al gauw kreeg men in Stevensweert lucht van de muzikale prestaties van dit zestal. Uitnodigingen om op te treden volgden gauw. Hun eerste optreden vond plaats op een besloten avond. Zonder impressariaat boekten zij een serie optredens: het opluisteren van feestavonden van verenigingen, zoals o.a. bij de harmonie en het kindervakantiewerk. Ook bij cabaretavonden waren zij graag geziene gasten. De optredens beperkten zich alleen tot Stevensweert. In de omliggende dorpen zou men ze ook graag gecontracteerd hebben, echter de gitaarclub hield dit bewust af aangezien men ’s maandags
weer fris en fruitig op het werk moest zijn. Als het enigszins te combineren viel met werk dan probeerde men zo veel mogelijk gehoor te geven aan de uitnodigingen. Medio 1961 werd de

                       
                                 Foto 2:  v.l.n.r. Jozef van Ool – Emilie Stokbroeckx – Jan Crutzen
                                                           Annie Majolée – Twan Stokbroeckx
                                                                     Datering: 6 januari 1960

gitaarclub ontbonden. Enkele mannen vertrokken om de militaire dienstplicht te gaan vervullen. Er werd aardig aan de weg getimmerd, er werd enthousiast gerepeteerd en dan moet men helaas de groep ontbinden. De overblijvers namen dit gelaten op. Er was toch immers niks aan te doen.

In 1963 nam men de draad weer op. Echter in een gewijzigde samenstelling. Van de nieuwe groep maakte deel uit Jozef van Ool, Twan Stokbroeckx, Mia Tubée en Jac Tubée.
Elke zondagmorgen werd er duchtig gerepeteerd in zaal Cuijpers van Diel Cuijpers – van Ool  (Diel van de Tjoek).

Door een naamsverwisseling ging de groep repeteren in café Twan Clerx. Het verhaal doet de rondte dat iemand de groep benaderde met: Twan heeft gevraagd of jullie willen optreden bij de harmonie.  Men ging ervan uit dat de uitnodiging van Twan Clerx afkomstig was.  Echter de uitnodiging kwam niet van Twan Clerx maar van Twan Stokbroeckx, toentertijd bestuurslid van de harmonie. Deze naamsverwisseling was er ook debet aan dat de muzikanten in café Clerx (gelegen tegenover café Cuijpers) repeteerden. Diel Cuijpers stapte op de groep af en wist de groep te bewegen hun repetities in het vervolg bij haar in de zaal te houden, want deze zou beter beantwoorden aan een repetitieruimte, er was ten slotte ook een podium aanwezig.

             
            
                                           Foto 3:  v.l.n.r. Twan Stokbroeckx  – Mia Tubée –
                                                           Sef Stokbroeckx – Jac Tubée  
Datering: 1963

                                           
En zo toog het orkest naar café De Tjoek, waar elke zondagmorgen gerepeteerd werd.
Behalve het orkest kwam ook trouw elke zondagmorgen een groep jonge meisjes in de zaal bijeen om het dansen te leren.
De muzikanten repeteerden vlijtig en geregeld en al gauw brachten ze een aardig stukje muziek ten gehore. Dit ging als een mare door het dorp.
Zij waren zeer populair want de uitnodigingen om op te treden bleven binnenkomen. Evenals de gitaarclub bleef het orkest het eigen dorp trouw. Zij hadden geen behoefte om buiten Stevensweert op te treden. Zij verleenden, indien enigszins mogelijk, geheel belangeloos medewerking aan festiviteiten. Zo mocht het kindervakantiewerk enkele malen met succes een beroep doen op de sympathieke muzikanten.

Het orkest kreeg in het najaar 1964 en in het voorjaar 1965 uitbreiding. In 1964 trad Jac Tubée toe en in 1965 kwam Sef Stokbroeckx bij het orkest. De groep bestond toen uit Jozef van Ool (23 jaar) solo-gitaar en zang; Twan Stokbroeckx (24 jaar) slag-gitaar; Sef Stokbroeckx (31 jaar) bas-gitaar; Jan Tubée (32 jaar) drums; Jac Tubée (31 jaar) accordeon en Mia Tubée (22 jaar) zang.

In het krantenartikel, dat als bron diende, wordt melding gemaakt dat het materiaal zoals versterkers en luidsprekers, waarover een behoorlijk orkest behoorde te beschikken, er ook mocht zijn. Echter Jac Tubée vertelde mij dat dit schromelijk overdreven was. Jozef van Ool had van een oude radio een geluidsinstallatie in elkaar geknutseld. De geluidsboxen werden van twee rechthoekige houten kasten gemaakt.

Als een coverband werden alle mogelijke melodietjes ijverig ingestudeerd. Hun repertoire werd samengesteld uit bekende liedjes van Nederlandse en buitenlandse artiesten. Van dit orkest zijn helaas geen foto’s bekend, behalve dan foto no. 3. Navraag bij de orkestleden leverde niets op. Wat echter wel frappant en uniek te noemen is, is het feit dat er nog geluidsopnamen bestaan. Zij werden ooit opgenomen tijdens een repetitie met een Philipsbandrecorder en een simpel microfoontje opgesteld op een tafeltje midden in de zaal. Uiterste stilte moest in acht genomen worden. Het is aandoenlijk om te horen, het is een mooi tijdsmoment. Deze opname geeft inzicht in hun vrij omvangrijk repertoire. Naast het instrumentale (o.a. walsjes, tango’s en rock-‘n-roll) brachten zij ook het vocale werk. De Duitse liedjes hadden uiteraard de overhand, hoewel men ook een behoorlijk aantal Engelse liedjes kon brengen. Om u een indruk te geven wat dit amateurorkest bracht, neem ik u mee op een reis terug in de tijd, even de nostalgische tour op. Zij brachten o.a. liedjes die in die jaren op de hitlijsten stonden en daardoor erg populair waren. Ik noem er enkele op: van Lucille Star The French Song (echter de eerste zin van dit lied was bekender dan de titel Quand le soleil dit bonjour aux montagnes), dit nummer bevatte zowel Franse als Engelse zinnen. Wat opviel is dat de liedjes gingen over liefde en dromen. Er is dus niks nieuws onder de zon; het is van alle tijden! Van Drafi Deutscher Cinderella baby, van de Duitse zanger Ronny Kleine Annabel musst nicht traurig sein weil ein Traum deines Lebens vergeht, van de Britse muziekgroep Scorpions Hello Josephine. Natuurlijk mag in dit rijtje Roy Black niet ontbreken met o.a. Du bisst nicht allein wenn du träumst von der Liebe. Van de Nederlandse zangeres Trea Dobbs Ik vraag het aan de sterren ( ik vraag ’t aan de sterren, ik vraag ’t aan de maan zou liefde echt bestaan, bestaan er sprookjes, bestaan er feeën en komen dromen nog wel eens uit). Mijn Sofietje (zij dronk ranja met een rietje op een Amsterdams terras) van Johnny Lion; Ramona van The Blue Diamonds; du schwarzer Zigeuner van Vico Torriani en Rocco Granata; Honneymoon in St. Tropez van Marika Kilius en Hans-Jürgen Bäumler (u kent ze misschien als ijsdansers!) en het zeemanslied My Bonny is over the ocean van Real McKenzies en Freddy Quinn. De zoektocht om dit lijstje samen te stellen heeft mij gebracht op Google en Youtube. Doet u dit ook eens en geniet!

Iedereen die dit orkest aan het werk zag, zal moeten toegeven dat er heel aardig werd gemusiceerd. Daarom werd aan de muzikanten ook vaak de vraag gesteld: “Waarom worden jullie geen beroepsmuzikanten?”  Hierop luidde steevast het antwoord: “Wij beschouwen dit als onze hobby en willen niet gebonden zijn”.
Het was trouwens ook moeilijk om een en ander geregeld te krijgen, want enkele leden waren nog bezig met een vrij zware studie, welke naast een volledige dagtaak werd gevolgd. Studie ging voor! Hieruit moge  blijken dat het amateur-dansorkest geen grootse plannen voor de toekomst had.
De naam van het orkest hebben de leden te danken aan Jan Cuijpers, toentertijd lid bij de Leefhöbbers, de carnavalsvereniging uit Stevensweert. Hij voegde de beginletters van hun achternamen bij elkaar: TUbée, STOkbroeckx en Van Ool, de TUSTOVO’s.

In 1969 ging de groep ter ziele, omdat men het optreden niet meer kon combineren met het werk.

Sef Stokbroeckx en Jac Tubée zijn doorgegaan in de muziek. Sef bij The Melody Strings  uit Echt. Dit vijfkoppig dansorkestje, waar hij ongeveer 10 jaar deel van uitmaakte, trad in bijna alle danszalen in Limburg op. Ook maakte hij 25 jaren deel uit van het Jacques Jansen Kwartet, dat in hotels door heel het land optrad. Jac Tubée ging door in de muziek bij The Keys, The Comedian Troubadours, The Family en Laat Begoas.

Concluderend kan men nu zeggen dat op menig besloten avond en feesten de Stevensweertenaren genoten van de beschaafde muziek van een aantal artiesten uit eigen dorp.

Dit artikel is een bewerking van een krantenartikel. Ik dank Twan Stokbroeckx en Jac Tubée voor het ter beschikking stellen van het krantenartikel. Jac Tubée tevens voor de CD met de geluidsopname en foto 3.
Verder gaat mijn dank uit naar Emilie Stokbroeckx-Crutzen voor aanvullende informatie over de gitaarclub en het beschikbaar stellen van de foto’s 1 en 2.

Het was een genot terug te keren naar de tijd van toen.