2009

BENOEMING EN INSTALLATIE VAN P.J.H. MINKENBERG TOT BURGEMEESTER VAN STEVENSWEERT

J.H.M. Richter

Heden ten dage wordt een burgemeester niet zo uitbundig, massaal en volks ingehaald en gehuldigd als vroeger. In het Jaarboek 2007 no. 25 wordt de inhuldiging beschreven van burgemeester Dinraths in 1856. In het Jaarboek 2009 lezen we over de benoeming en inhuldiging van burgemeester Minkenberg tot burgemeester van Stevensweert. Een volkse inhuldiging behoort allang niet meer tot de standaard procedure van een inhuldiging. Een burgemeester moet het vandaag de dag doen met een receptie, waaraan voor het grootste gedeelte wordt gehoor gegeven door verenigingen e.d.

Peter Johannes Hendricus MINKENBERG werd geboren op 2 november 1898 te St. Odiliënberg en stamde uit een agrarisch geslacht. Zijn vader woonde met zijn vrouw en 4 kinderen (3 jongens en 1 meisje) op Hoeve Steenhuis te Lerop.
Hij speelde eerst een actieve rol in het agrarisch organisatieleven, vooral bij de Jonge Boeren in zijn geboortedorp en Midden-Limburg. Pas op latere leeftijd begon hij gemeente-administratie te studeren bij gemeentesecretaris Adriaanse van Roermond en gemeente- financiën bij de latere gemeentesecretaris mr. Hosselet.
Ongetwijfeld zal hij door zijn bestuurlijke kwaliteiten de aandacht op zich hebben weten te vestigen.  Op 28-jarige leeftijd solliciteerde hij - wel of niet op aandringen van anderen – naar de functie van burgemeester van de gemeente Stevensweert. Met zijn 28 jaren was hij toen een van de jongste, zo niet de jongste burgemeester van Limburg. Zijn sollicitatie zal een goede indruk hebben achtergelaten en in gesprekken zal men overtuigd zijn geweest van zijn  kwaliteiten. Dit resulteerde erin dat hij op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw, de heer J.B. Kan,  van 6 oktober 1927 door Koningin Wilhelmina op 11 oktober benoemd werd tot burgemeester van de gemeente Stevensweert.
Een bulletin van 13 oktober 1927 maakte het besluit aan de bevolking bekend.
Zijn benoeming werd in Stevensweert als ook in St. Odiliënberg met veel instemming ontvangen en hij mocht in de dagen daarna vele felicitaties in ontvangst nemen, zowel schriftelijk als persoonlijk. Hij mocht zich ook verheugen  in een muzikale huldiging. In de rubriek Provinciaal Nieuws maakte dagblad de Nieuwe Koerier op 17 oktober melding van het feit dat te Lerop op zaterdag 15 oktober hem en zijn familie door  harmonie Juliana een serenade werd gebracht ter gelegenheid van zijn benoeming tot burgemeester van Stevensweert. Namens bestuur, directeur, leden en dorpsbewoners werd de nieuwe burgemeester in hartelijke woorden toegesproken door de president de heer H. Timmermans. In korte welgekozen woorden bedankte de heer Minkenberg voor de hem gebrachte eer.

Voordat hij aantrad als burgemeester verscheen hij op 21 oktober 1927 voor de Commissaris van de Koningin in de Provincie Limburg, Mr. E. Baron van Hövell tot Westerflier, om de eed af te leggen, die navolgend is afgedrukt.


In hetzelfde dagblad was dinsdag 25 oktober 1927 in de rubriek Provinciaal Nieuws een verslag opgenomen van zijn installatie met als kop

STEVENSWEERT - INSTALLATIE BURGEMEESTER MINKENBERG

Reeds nabij de brug, den ingang der gemeente Stevensweert, kon men merken dat er feest was. Prachtige eerebogen met passende opschriften, tal van slingers en guirlandes, wapperende vlaggen huis aan huis, inwoners van Stevensweert en omgeving in hun Zondagsche plunje, kortom alles wees er op dat er iets bijzonders te doen was in het anders zoo stille Stevensweert.
En dit feest, die drukte, die versieringen, golden den nieuw benoemden burgemeester, den edelachtbaren heer Minkenberg, den opvolger van de  heer M. Galiart, thans lid van Ged. Staten van Limburg.

’s Middags tegen één uur was het een bedrijvigheid en drukte van belang, toen zich nl. een feeststoet opstelde. Ruiters op feestelijk uitgedoste hengsten, fietsers op versierde rijwielen, kwistig met de nationale kleuren omwonden, de Burgerwachters met het geweerr aan den schouder, pikeniers, zangvereeniging en tooneelclub, kortom alle vereenigingen en corporaties uit het dorp, trokken in optocht naar de brug, waar omstreeks 2 uur de nieuwe burgemeester arriveerde. De zoo gunstig bekend staande harmonie “St. Caecilia” van Ohé en Laak luisterde den feeststoet op.
Hier nam de heer Bongers, wethouder der gemeente het woord en riep Z. Edelachtbare het welkom toe in deze gemeente, hem daarbij geluk wenschend met zijn benoeming. Spreker hoopte, dat het den nieuwen burgemeester gegeven moge zijn in lengte van jaren te arbeiden aan het heil en de welvaart van de gemeente Stevensweert en haar inwoners. De burgemeester
dankte voor het welkom, hem bij de ingang van het dorp toegeroepen beloofde zijn beste krachten te geven voor het welzijn der gemeente.
Onder het weerklinken van de salvo’s der burgerwacht en de lustige klanken der harmonie, trok men hierna in optocht door de mooi versierde straten van het dorp naar de kerk. Hier bood het dochtertje van den heer Willems, een bouquet aan, waarna de zeereerw. Heer pastoor Nabben het woord nam en den nieuwen burgemeester namens de geestelijkheid en de school het welkom toeriep. Spreker stelde de noodzakelijkheid en het groote nut van de samenwerking tusschen geestelijk en wereldlijk gezag in een helder licht en riep daarvoor de medewerking van den nieuwen burgemeester in.
Ook het onderwijs beval spreker zeer in de belangstelling van den nieuwen burgemeester aan.
Deze dankte den zeereerw. Heer pastoor en beloofde alles te doen wat het geestelijk en stoffelijk welzijn der gemeentenaren kan bevorderen. Spreker hoopte in samenwerking met het geestelijk gezag veel voor het heil van Stevensweert te kunnen doen.

Hierna brachten de schoolkinderen op zeer verdienstelijke wijze eenige zangnummers ten gehoore.
Nadat men eenigen tijd in de kerk vertoefd had, werd op het plein voor het raadhuis een foto van de plechtigheid gemaakt, waarna een zoontje der wed. Fincken, den burgemeester den sleutel van het raadhuis overhandigde.

In het Raadhuis las de secretaris der gemeente der gemeente, de heer Indemans, de acte van benoeming voor van den nieuwen burgemeester.
Hierna nam de oudste wethouder, de heer Richter, het woord. Spreker feliciteerde den nieuwbenoemde met zijne benoeming en hoopte dat hij evenals zijn voorganger, de heer Galiart, alles zou doen om de belangen der gemeente en hare inwoners zoo goed mogelijk te behartigen.
Namens den Raad en de leden van het dagelijksch bestuur der gemeente zegde spreker alle medewerking toe.
Hierna hing spreker den burgemeester den ambtsketen om en verzocht hem het voorzitterschap van den Raad te aanvaarden.
Burgemeester Minkenberg bracht eerbiedigen dank aan H.M. de Koningin, voor zijn benoeming, aan Z. Excellentie den minister van Binnenlandsche Zaken en den Commissaris der Koningin in Limburg. Spreker dankt de gemeente voor de hartelijke ontvangst hem bereidt voor de vele sympathie hem alom betoond. Hij zal de belangen van Stevensweert met alle krachten voorstaan en behartigen. Hij rekent daarbij op de voorlichting van wethouders en secretaris en den steun van de leden van de Raad. Met de beste wenschen voor Stevensweert en zijne inwoners eindigt spr. zijn toespraak.
Een driewerf “lang zal hij leven” werd vervolgens op en nieuwen burgemeester uitgebracht.
Van de gelegenheid om den burgemeester geluk te wenschen werd een druk gebruik gemaakt.
Ook den heer Galiart, oud-burgemeester, kwam zijn opvolger nogmaals gelukwenschen.

Nadat de eerewijn was rondgediend, had de heer Minkenberg voor het raadhuis een zanghulde in ontvangst te nemen van de zangvereeniging “Eendracht”, die onder directie van den heer Ruyters op zeer te loven wijze eenige nummers ten gehoore bracht. Hierbij sprak de directeur woorden van gelukwensch en hulde tot den nieuwen burgemeester, daarbij de nog zeer jeugdige vereeniging warm in de belangstelling van den burgemeester aanbevelend.

De heer Minkenberg dankte voor de hem gebrachte hulde door de zangers en zeide zijn steun toe voor de ontwikkeling van het muzikaal leven in de gemeente.
Na deze hulde werd door den burgemeester en diens familieleden, vergezeld door den Raad een rondgang door het dorp gemaakt.
Een lustig dansje en een lekker glaasje bier vielen in den loop van de avonduren zeer in de smaak.
Stevensweert heeft op schitterende wijze zijn nieuwen burgervader geïnstalleerd. Alles had meegewerkt om deze plechtigheid zoo goed mogelijk te doen slagen en dit is de Stevensweertenaren volkomen gelukt, dank zij het goede weer.


Op 1 juni 1928 werd hij door koningin Wilhelmina benoemd tot secretaris van de gemeente Stevensweert. In beide functies belastte hij zich met het naar moderne opvattingen en volgens voorschrift  inrichten der gemeentelijke administratie. Een taak, die hij met veel ambitie ter hand nam en welke hem blijkens de bereikte resultaten buitengewoon goed lag.

Toen tijdens de bezettingsjaren een langer uitoefenen van zijn functie wegens de houding van de bezettende macht niet langer verantwoord was, nam burgemeester Minkenberg op 20 september 1941 om principiële redenen ontslag en werd hij door de Duitsers uit zijn geliefde Limburg verbannen en heeft toen enkele jaren met zijn gezin gewoond in Sterksel (Noord-Brabant). Op 20 februari 1945 de dag, waarop Stevensweerts werd bevrijd, keerde hij weer terug op zijn post. Hij trof echter twee lege dorpen aan. De bevolking was geëvacueerd, de huizen waren geplunderd of verwoest. Toen de bevolking druppelsgewijs begon terug te keren, is hij dag en nacht in de weer geweest voor de wederopbouw van beide dorpen. Hij organiseerde een voedselvoorziening. Hard werd er gewerkt aan het weer bewoonbaar maken van Stevensweert en Ohé en Laak. Voordat de provinciale wederopbouw in actie kwam, had hij reeds een half miljoen pannen laten aanvoeren om de bevolking een waterdicht dak boven haar hoofd te bezorgen.
Nog even maakte hij een moeilijk ogenblik door. De Amerikanen wilden in april 1945 de bevolking opnieuw evacuren in verband met grootscheepse oversteek-oefeningen over de Maas. “Dat gebeurt onder geen voorwaarde”, zei burgemeester Minkenberg, die zelfs dreigde met aftreden. De Amerikanen zwichtten op voorwaarde, dat de burgemeester een ongestoord verloop van de oefeningen garandeerde.
Bij Koninklijk Besluit d.d. 7 mei 1946 werd hij opnieuw voor de duur van zes jaar tot burgemeester van Stevensweert en Ohé en Laak benoemd, welke benoeming inging op 5 mei 1946. Deze zes jaar heeft hij niet volgemaakt, want in 1947 werd hij burgemeester van Beek, welk ambt hij tot 1963 bekleedde.
In Stevensweert houdt de Burgemeester Minkenbergstraat de herinnering aan hem levendig.
Een woord van dank aan zijn zonen de heren J. Minkenberg en F. Minkenberg uit Beek die mij zeer ter wille zijn geweest bij het tot stand komen van dit artikel en mij voorzien hebben van de nodige informatie.


      J.H.M. Richter

Bronnen:
Dagblad De Nieuwe Koerier 17-10-1927
Dagblad De Nieuwe Koerier 25-10-1927
 “Stevensweert en Ohé en Laak van 1900 tot nu”, auteur H.G.M. Rutten – van Geyt Productions.
“Stevensweert in oude ansichten”, auteur H.G.M. Rutten


In het Jaarboek 2010 volgt zijn benoeming en installatie te Ohé en Laak.