2005

DE TIJD VAN TOEN - DUIVENSPORT

Joep Cuijpers

Het was in het begin van de jaren 70, toen de duivensport nog veel leden kende. Het was ook de tijd dat duivenmelkers veel bij elkaar kwamen om van gedachten te wisselen, om de vlucht van de afgelopen week te analyseren en over koetjes en kalfjes te praten, met als hoofdthema de duivensport.
In die tijd kenden wij nog strenge winters en waren veel duivenmelkers thuis. De bouw, wegenbouw en andere bedrijfstakken lagen stil en dus was er tijd in overvloed om te melken. Zeker de periode rond kerstmis ging er geen dag voorbij zonder dat er over de duivensport gesproken werd.

Zo was dat ook in het kleine historische Maasdorpje Stevensweert. In de Singelstraat Oost woonde Bèr Nelissen, in die tijd geen onbekende in de duivensport. Wie kende niet de “Witoger”van Nelissen die van Hannut tot St. Vincent kop vloog. In die periode won Nelissen München met de jonge duiven en won een horloge. Of de blauwe fondvlieger van bakker Wim Krijn uit Stevensweert, afstammeling van het beroemde Toon Beunenras uit Ohé en Laak, die Provinciaal de eerste won van Dax. Enkele jaren later de veel besproken gouden tweeling van Wim Boonen, gekweekt uit twee rechtstreekse Lucien de Norre (Deftingen) duiven. De vroege Provinciale prijzen die door Stevensweertse melkers werden behaald van La Panne, de najaarsvlucht vanaf de Belgische kust. In die tijd had de vereniging De Maaspost goede duiven op de hokken. Zo won Sef Cuijpers Provinciaal Limoges, Jan Krijn Provinciaal St. Vincent, Frans Krijn Provinciaal Bergerac, Mathieu van Riet Provinciaal Bourges, Math Krijn vier maal een Provinciale overwinning en Piet Theunissen werd nationaal vierde van Barcelona.
Elke week opnieuw in de winterdag werd er uitgekeken naar de maandagavond. De avond waarop een groep duivenmelkers bij elkaar kwam, niet alleen uit Stevensweert maar ook uit de omliggende plaatsen. Het was er reuze gezellig bij de gashaard en binnen een mum van tijd kwamen de duivenverhalen op tafel.
De bromfiets van Louike Geilen uit Ohé en Laak staat al tegen de gevel, dus hij is er al. Louike, een man van weinig woorden, die alleen maar luistert en elke maandagavond rond half tien de koffie zet. Even later komt Thei de Loo uit Echt binnen , die dit jaar in 2005 nationaal winnaar Dax werd, gevolgd door Sef Cuijpers, Wim Boonen, Tjeu Krijn, bakker Wim Krijn en Piet Baren. Dit was zowat de vaste groep en de “duivenkenners”.

Ja, wat is duivenkennis? Daarover deze anekdote.
Het was een mooie vrijdagmiddag in 1974 en ik zat op de binnenplaats naar de duiven te kijken die ik net had uitgelaten. Ik speelde op nest en liet doffers en duivinnen gelijktijdig uit. Op een gegeven moment ontdekte ik dat de blauwe doffer van Hennis een oogje had op een duivinnetje. De duivin naar binnen, de doffer er achteraan, weer naar buiten en naar binnen en zo herhaalde zich dat ritueel een hele tijd. Duidelijk was dat de doffer op de hak zat. Ik liet dat liefdesritueel een tijdje begaan en zette de doffer apart in een mand. Op dat moment besloot ik dat ik de doffer zou gaan inzetten op Provinciaal Rouen.
De duiven moesten in Echt worden ingezet, maar zelf had ik die avond geen tijd. Ik vroeg Bèr Nelissen om de doffer mee te nemen. Ik gaf hem 25 gulden mee om te poulen, in die tijd best veel geld om op een duif te zetten. In het inkorflokaal werd de doffer nog voordat hij de mand inging aan een keuring onderworpen. Sef Cuijpers en Thei de Loo waren de “keurmeesters”. Zij keurden de doffer af en adviseerden Bèr Nelissen (getrouwd met Tien van Jeurissen) om niet de hele 25 gulden te poulen, maar 10 gulden en dat deed hij. Thuis teruggekomen maakte hij daar melding van, gaf mij de 15 gulden terug en daar bleef het bij want de ervaren duivenmelkers zouden het wel weten. Tot zondagmorgen. De duiven werden fijn op tijd met een stralend zonnetje en windstil in Rouen gelost. Wij stonden nog met enkele andere liefhebbers te kijken (bakker Chrétien Majolée had hem het eerste gezien) toen er plots een duif aan de horizon verscheen. En wat dacht u, het was de blauwe van Hennis, die met een sneltreinvaart het hok in stoof op zoek naar de duivin In de namiddag kwam de lijst van het inkorfcentrum Echt en omstreken en prijkte ik met mijn blauwe Hennis boven aan de lijst! Provinciaal was het eveneens een vroege duif. De dag daarna kwam Bèr Nelissen zich verontschuldigen.
Zo zie je maar dat een ander niet in staat is te beoordelen of een duif een prijs vliegt of niet. Dat hangt van te veel factoren af.

Doping was regelmatig het gesprek tijdens de lange wintermaanden. Men kende het niet, maar de Stevensweerter duivenmelkers hadden wel eens de klok horen luiden. In elke sport gaat men op zoek naar betere resultaten. Een bekende Stevensweertse melker gaf een duif een aspirientje. Het hielp niet, de duif keerde niet terug. Een ander bedacht dat het bloed van de duiven wel eens te dik kon zijn en gaf ze een kwart tabletje syntrom (een bloedverdunner). Ook dat had geen resultaat.

Nog een ander leuk verhaal:
op een zondagmorgen stond men met een stuk of vijf duivenliefhebbers naar de duiven te kijken bij het praathuis van Nelissen. Een hele discussie ontstond over het tijdstip dat de duiven zouden komen en dat zou nog wel even kunnen duren. Bèr Nelissen ging naar binnen en liet aan de achterkant van het huis een duif los. Nog nooit is het gebeurd, dat een groep duivenmelkers zo snel uit elkaar vloog. Ieder naar zijn hok, behalve Sef Cuijpers (Sef van de Tjoek) die zich na een paar honderd meter gefietst te hebben, omkeerde. Hij had de grap doorzien en liet zich niet beetnemen.

Zo zat de duivensport ongeveer vijfentwintig jaar geleden in elkaar in Stevensweert en de meeste andere plaatsen, met veel plezier, saamhorigheid en weinig afgunst.