2005

BRANDWEERVARIA.

H.G.M. Rutten

Op 18 februari 2005 opende burgemeester Wilms, na de inzegening door pastoor Creemers, aan de Sportlaan te Stevensweert een nieuwe kazerne voor de Vrijwillige Brandweer van Stevensweert. Het is een prachtig gebouw geworden, honderd procent “verdiend” door een brandweer met een lange en voortreffelijke staat van dienst. Menigeen zal zich nog het oude Volkswagenbusje met trekhaak herinneren waarmee de brandweer in de tweede helft van de 20ste eeuw haar werk deed. En heel oude inwoners hebben wellicht nog weet van de antieke handmatig bediende brandspuit waarmee in de dertiger jaren van die eeuw nog enkele grote branden in Stevensweert geblust moesten worden. Voor de vervaardiging van een dergelijke spuit (een “pompe à feu”) werd in 1810 door de toenmalige burgemeester Thomas den Ouden opdracht gegeven aan de ketelmaker en koperslager Henri Beeren uit Heythuysen. De nieuwe brandspuit met een koperen bak (105 x 66 x 56 cm) kostte 675 francs. In het Streekmuseum Stevensweert / Ohé en Laak is een vergelijkbare brandspuit te bewonderen.

In 1974 kon men overschakelen op een “echte” brandweerwagen, ondergebracht in een verbouwde schuur aan de Mandenmakersstraat. Een tijd lang was dit een goede oplossing maar verbeterde technieken en moderner materieel gingen hogere eisen stellen aan een brandweerkazerne. Geen wonder dat het korps toe was aan een andere huisvesting en dan liefst op een geschiktere locatie, buiten de oude kern.

De nieuwe kazerne is een ontwerp van architect Hendriks uit Roermond en de bouw werd intensief begeleid door commandant Rob Cuijpers. Deze heeft op bovengenoemde datum, 18 februari 2005, afscheid genomen van zijn korps maar uit respect voor de vele verdiensten werd de nieuwe brandweerkazerne naar hem vernoemd. Binnen het totale complex is ruimte gecreëerd voor twee blusvoertuigen, doucheruimtes, kleedruimtes, een keuken en een mooi ingericht instructielokaal. Op het buitenterrein is een vloeistofdichte vloer van 200 vierkante meters aangelegd, bedoeld voor het oefenen met blusmaterialen.

Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zullen branden, ook in Stevensweert, wel altijd zijn voorgekomen. De grootste ramp op dit gebied is waarschijnlijk geweest de belegering van de vesting  Stevensweert. Berichten uit die tijd zeggen dat daarbij de helft van de huizen is afgebrand! Als grootste gebouw binnen de omwalling zal het kasteel daarbij ook wel de grootste schade hebben geleden. Het is in elk geval daarna nooit meer helemaal opgebouwd.

In het archief van de schepenbank van Stevensweert bevindt zich een interessante brief uit 1736 waarin de schout en schepenen van Stevensweert een controle op de brandveiligheid beschrijven. Alles is blijkbaar in orde, maar twee inwoners (waaronder de pastoor) hebben verzuimd hun schoorstenen te verhogen!

Wij L.G. Randhaxe, scholtis, Lambert Meuwissen en Jacobus Canters, schepenen der heerelijckheijden St. Stevensweerdt, Ohé en Laeck, verclaren ende attesteren mit desen, dat wij int bijwesen van onsen secretaris, geassisteert met den brandmeister Peter Staels, op heden den 27 October 1736 conform het Reglement van den Edelen Hove deses Overquartiers in dato den 20sten feb. lestleden tegens alle Gevaer ende Schaede van Vuur ende Brandt gestatueert, in de heerelijckheijdt St. Stevensweerdt soo bennen als buijten het fort, hebben gedaen den ordinairen jarelijxse visitatie (naerdat het voornoemde Reglement op het vooghtgedingh van den 13den sept. lestleden was gerepubliceert).
En dat wij bij dese visitatie bevonden hebben dat alle de brandtgereedtschappen bij het voorschreven Reglement verordonneert, in goeden staedt bij de handt waeren, verners dat alle het geene hetwelk bij de generale visitatie met assistentie van eenen meister metselaer en timmerman gedaen den 9den november en 13den april lestleden was geordonneert en behoorelijck was achtervolght, uijtgenomen dat den Eerw. Heer Pastoir hier in foute verbleven is aen het pastorael huijs twee schouwen te hoogen met seven laegen en dat Jacobus Doniecour sijnen schouw oock vijf laegen te weinigh gehooght heeft. En want het geene voorschreven alsoo waerachtigh ist, soo hebben wij scholtis ende schepenen…

U ziet, bestrijding van brandgevaar is van alle tijden maar tegenwoordig worden wel andere eisen aan brandveiligheid gesteld dan in 1736!