BELONEN EN STRAFFEN OP DE SCHOOL TE STEVENSWEERT IN 1828

H.G.M. Rutten

In de opvoeding hebben belonen en straffen altijd een belangrijke rol gespeeld. In de
herinnering van mensen aan hun vroegere schooltijd spelen de opgedane ervaringen op dit
gebied vaak een grote rol.

Een pluim van de meester, een extra goed punt, een mooi
beloningsplaatje enz. deden wonderen. Maar ook: binnen blijven onder speeltijd, in de hoek
staan, op de knieën zitten, een draai om je oren en zelfs een mep met de liniaal op je
uitgestoken vingers of een dramatisch verblijf in het kolenhok! Ieder van ons heeft, vaak
afhankelijk van de creativiteit van de meester of juffrouw op dit gebied, wel eens op een of
andere manier met dergelijke zaken te maken gehad.
Om het belonen en straffen op school in goede en verantwoorde banen te leiden, zijn er vele
boeken geschreven en talloze theorieën ontwikkeld. Een opmerkelijk voorbeeld van een soort
reglement over de toepassing van beloning en straf op school, is te vinden in het archief van
de voormalige gemeente Stevensweert onder inventarisnummer 2782. De tekst luidt als volgt:

Wijze van beloonen en straffen voor de school te Stevenswaard.


Belooning.

Deze zal bestaan in het uitdeelen van kaartjes met deze opschriften: "voor gehoorzaamheid
en vlijt" en "op gehoorzaamheid en vlijt volgt vergenoegen".


lste. Elken namiddag voor het eindigen der school zal de onderwijzer den kinderen, die
         hunne pligten gekweten hebben, een kaartje behandigen met het opschrift: voor
         gehoorzaamheid en vlijt. Des woensdags, donderdags en zaturdags, zal de uitdeeling
         der kaartjes des voormiddags plaats hebben.
2de. Heeft een kind zich naar zijne krachten en vermogens uitstekend gedragen, dan
         ontvangt het twee zulke kaartjes.
3de. Indien een kind zich, gedurende de schooltijden, in een of ander opzigt, bijzonder
         onderscheidt, zoo ontvangt het daarvoor dadelijk een kaartje. Ook ontvangt het dan
         weder met de anderen zijn kaartje na de school.
4de. Zaturdags voormiddag bekomen diegenen slechts kaartjes die de geheele week
         regelmatig de school hebben bijgewoond, zonder ooit in de verloopene week te laat
         gekomen te zijn.
5de. Des maandags zullen alleen die kinderen kaartjes ontvangen, die den zondag door
         geene buitensporig(heden) hebben ontheiligd, den godsdienst geregeld hebben
         bijgewoond en zich gedurende de godsdienstoefening zedig hebben gedragen.
6de. Elk kind, dat tien dezer kaartjes heeft verworven, brengt dezelve bij den onderwijzer
         terug, die hem daartegen een grooter kaartje behandigt, met dat opschrift: op
         gehoorzaamheid en vlijt volgt vergenoegen.
7de. Voor twaalf grootere kaartjes ontvangt het eindelijk, bij het schoolexamen, eenen
         prijs.

Straf.

De straf bestaat in het gemis van kaartjes.

1ste. Elk kind dat geringe moedwilligheden begaat, verbeurt zijn kaartje.
2de.  Gaat deze moedwilligheid zoo ver, dat daardoor de gewone schoolorde gestoord
          worde, zoo zal het kind één, twee of meer te voren verkregen kaartjes terug brengen.
3de.  Komt een kind na het gebed in de school, dan verbeurt het mede zijn kaartje.
4de.  Zoo menigmaal een kind buiten noodzakelijkheid en zonder voorkennis van den
          onderwijzer de school of des woensdags en zaturdags namiddags het onderwijs in den
          Catechismus verzuimt, zoo menig kaartje zal het terug brengen.
5de.  Stijfhoofdige, luije kinderen en zoodanige welke voor het eergevoel en den naijver
          niet genoegzaam vatbaar te maken zijn, zal men behalve door het terug brengen van
          kaartjes door andere middelen tot hunnen pligt brengen.

Opgemaakt te Stevenswaard, den 23 Augustus 1828
J.C. Janssen.
Gezien en goedgekeurd door de plaatselijke Schoolcommissie,
Te Stevensweerd den 27 Augustus 1828
A. Geurts (voorzitter), F.C. Gielen (pastoor), W. Mouwens, S. Moonen, N.A. Gelders
(burgemeester).

Het onderwijs te Stevensweert ten tijde van dit reglement werd gegeven in een gebouw dat
was opgericht in 1821. Het lag links van de pastorie. De plek is nu onderdeel van het Jan van
Steffeswertplein. Op onderstaand kaartje (een gedeelte van een kadastrale kaart uit 1828) is
dit schoolgebouw aangegeven met de letter S.



Kort na de bouw van deze school komen er al klachten over de slechte bouwkundige staat.
Wanneer het gebouw dan ook nog te klein blijkt te zijn, gaat men in 1858 over tot de bouw
van een nieuw schoollokaal, onderwijzerswoning en raadskamer, alles onder één dak. In dit
 door architect P.J.H. Cuypers ontworpen pand is momenteel het museum en de bibliotheek
gevestigd.