DE R.K. KERK TE OHE EN LAAK.

J. Stassen

De parochie.
In het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw werden pogingen
ondernomen om te komen tot een zelfstandige parochie.

Tot het jaar
1802 behoorde ons dorp tot de parochie Echt en vanaf 1802 tot de
parochie Stevensweert. In het jaar 1862 werd het streven naar zelf-
standigheid beloond, gezien de erkenning door de Staat der Nederlanden
op 6 april. De kerkfabriekraad werd ingesteld op 25 april d.a.v.
Door de bisschop van Roermond werd in juli 1862 tot eerste pastoor
benoemd G. Beckers. Deze pastoor deed onmiddellijk stappen om een
doelmatige kerk te kunnen bouwen.

Het kerkgebouw.
In afwachting van de totstand- koming van een kerkgebouw werd
als noodkerk ingericht een schaapskooi, welke zich bevond op de plaats waar thans het kerk-
hof ligt. In het begin van het jaar 1865 gaf de kerkfabriekraad aan architect A.C. Bolsius, een tijdgenoot van de beroemde archi-
tect Dr. Cuypers, opdracht een kerkgebouw te ontwerpen. Het ont- worpen plan voor de bouw van een
koepelkerk werd aanvaard en in december 1865 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk, die toegewijd werd aan Onze Lieve
Vrouw, onder de titel "Onze Lieve Vrouw Geboorte". Het ma- teriaal voor "de brikken" werd gevonden op een terrein tegen- over de bouwplaats.

Het bakken der brikken geschiedde door mid- del van een veldoven. Men bouw- de aan de kerk tot tegen het
einde van het jaar 1867. Zij werd op 29 oktober 1867 door Mgr. Paredis geconsacreerd.
Het kerkgebouw heeft in de loop der jaren weinig verandering ondergaan, totdat in het jaar
1918 onder pastoor Soons, twee kapellen werden bijgebouwd, links en rechts van de hoofdingang.

De degelijke constructie van het gebouw heeft in de loop der tijden weinig moeilijkheden opgeleverd totdat als gevolg van oorlogshandelingen
in oktober 1944 de kerk zwaar beschadigd werd. Tijdens de restaurntie- werkzaamheden werd de verenigingszaal als noodkerk gebruikt. De vele
beslommeringen, verband houdende met de restauratie van de geteisterde kerk waren een te zware taak voor de door de parochianen zeer geliefde
pastoor Huynen.
Pastoor Huynen werd door de bisschop benoemd tot pastoor in st. Geertruid en in zijn plaats kwam pastoor H. Lebens, die ervoor zorgde, dat
het kerkgebouw in zijn oude glorie werd hersteld. Hij en zijn opvolgers: pastoor Sijstermans, pastoor Pfennings, pastoor Slangen en pastoor
Mutter droegen op hun manier bij om van onze kerk te maken hetgeen ze nu is.

Op dit moment vindt een grootscheepse restauratie plaats, aangezien er in de zijmuren scheuren waren ontstaan door de druk van de koepel.
(zie kranteknipsel elders in dit jaarboek).

Het interieur van de kerk.

Het oorspronkelijke interieur van de kerk was nogal kleurrijk en deed
barokachtig aan zoals gebruikelijk in het midden van de vorige eeuw.
Deze aanblik bleef nagenoeg ongewijzigd tot aan het pastoraat van
pastoor Dullyé (1919-1936). Zijn persoonlijk contact met de kunstenaar-
beeldhouwer Van Helden uit Waldfeucht (Dld) had tot gevolg dat er
in de kerk nogal wat houtsnijwerk werd aangebracht. Van deze kunstenaar
bestaan heden nog twee in hout bewerkte fraaie wandborden met de
namen van de pastoors en het aantal jaren dat zij in Ohé en Laak
werkzaam waren. Bovendien zijn door hem gebeeldhouwd het H. Hartbeeld
aan de Kerkstraat, het beeld van Moeder Magdalena tegenover de zijkant
van de kerk en het st. Michaelbeeld op het kerkhof.
Als gevolg van de oorlogshandelingen had het interieur ook veel geleden.
Na de restauratie werden de muren witgekalkt en kregen de pilaren
hun oorspronkelijk natuurlijk aanzicht.
Tijdens het pastoraat van pastoor Sijstermans werden achter het hoofd-
 Altaar de thans nog bestaande muurschilderingen aangebracht door de
 kunstschilder Daan Wildschut.
In het jaar 1962 werd onder pastoor Pfennings het eeuwfeest gevierd.
De liturgische veranderingen in de R.K. Kerk vroegen om vernieuwingen.
De doopvont, die zich in de doopkapel buiten de kerk bevond, moest
binnen in de kerk komen, de communiebank was niet meer nodig, het
altaar moest zo geplaatst worden, dat de priester bij het uitoefenen
van de godsdienstoefeningen met zijn gezicht naar de gelovigen gekeerd
stond.
Al deze vernieuwingen gingen veel geld kosten en er vormde zich een
feestcomité, hetwelk zich ten doel stelde de nodige middelen in te
zamelen ter bestrijding van de vernieuwingsuitgaven. De actie van
het feestcomité werd een volledig succes. In februari 1962 werd met
de werkzaamheden begonnen. Met de afbraak, de betonwerkzaamheden
en het metselwerk belastte zich Harie Vaassen.
Het nieuwe altaar bestaat uit een dik, •zwaar altaarblad uit één stuk,
van zwarte gepolijste natuursteen. Het altaarblad wordt gedragen
door twee muren van beton, waarop met witte en zwarte kiezelsteentjes
een mozaïek is aangebracht door de Finse kunstenares Varpu Tikanoja,
die gehuwd was met de kunstenaar Arthur Spronken uit Beek (L.).
Op zondag 3 juni 1962 werd het nieuwe hoofdaltaar geconsacreerd door
Mgr. Moors, bisschop van Roermond. Bij de op deze plechtigheid volgende
Pontificale Hoogmis werd de bisschop geassisteerd door de in leven
zijnde oud-pastoors, te weten: pastoor Huynen, pastoor Lebens, pastoor
Sijstermans en verder door onze eigen pastoor Pfennings en de uit
de parochie afkomstige paters Harie en Ton Sangers.

Achter het hoofdaltaar staat een eenvoudig stenen altaar tegen de
muur. Op dit altaar staat het tabernakel gemaakt door Arthur Spronken.
De omkleding bestaat uit koperplaat, waarop vissen en vogels voorkomen
als versiering. Opzij in de kerk staat nu de doopvont. Deze doorpvont
is het oudste kunstvoorwerp dat de kerk bezit. Zij is meer dan 600
jaar oud. Zij is gemaakt van hardsteen en heeft de vorm van een kelk.
Het koperen gedreven deksel is nieuw en gemaakt door de eerder genoemde
Spronken.
De doopvont is omgeven door een gesmeed ijzeren hek.
   
Kunstvoorwerpen.


Onze kerk bezit verschillende mooie en kostbare kunstvoorwerpen,
1.    een houten tabernakelkastje dat meer dan 300 jaar oud is. Het
 is gemaakt in de stijl die toen mode was en barok genoemd wordt.
De deurtjes zijn versierd met engelenkopjes waarboven een bloemenmand.
Onder de engelenkopjes de symbolen van de eucharistie: korenaren
en druiventrossen.
4.    Monstrans2.monstrans, ook meer dan 300 jaar en
eveneens barokstijl. Ze is van zilver
en daarna verguld.
Deze monstrans is het mooiste en ook
het kostbaarste bezit.
3.    houten beeld van Onze Lieve Vrouw,
heel sierlijk en devoot met zilveren
kroontje. De leeftijd wordt geschat
op 250 jaar.
4.    beeld van St. Rochus, ruim 400 jaar
oud, van hout en geverfd. De H. Rochus
genas veel mensen van de verschrikkelijke
ziekte, de pest, welke vroeger in heel
Europa veel slachtoffers maakte. Ten-
slotte krijgt hij zelf de ziekte en
trekt zich terug in het woud. De legende
verhaalt, dat een hond hem voedsel bracht
en zijn wonden likte. Het is daarom, dat
hij afgebeeld wordt met een hond die
brood brengt.
5.    houten beeld van st. Joseph met het kind
Jezus. Barokstijl en ruim 300 jaar oud.
 

           monstrans
Behalve deze oude kunstvoorwerpen bezit de kerk ook voorwerpen van
hedendaagse kunstenaars, nl. de kruiswegstaties, de kerststal, en een
H. Hartbeeld van Gène Eggen uit Ulestraten en van Marianne van der
Heyden uit Maastricht een wandkleed, symboliserend dood en verrijzenis.

J. Stassen.