1984
DE ZOUAVEN VAN HET EILAND IN DE MAAS
J. Cuypers
Elke keer opnieuw als je door een stad of dorp rijdt, word je geconfronteerd met straatnamen waarvan de betekenis vaak onduidelijk is, en toch hebben al deze namen een of andere betekenis of herinnering. Zo kom je in het lieflijke Maasdorpje Ohé en Laak een weg tegen met de benaming "Zouavenweg". Dit straatnaambord draagt een behoorlijke steen bij aan de toch al rijke historie van het "Eiland in de Maas". De gemeenten Stevensweert en Ohé en Laak leverden maar liefst vier zouaven aan het leger van de Paus, te weten: Christiaan Geurts, Cornelis Graus, Janneke Dreessen en Renier Laugs.
Zouaven.
Zouaven, of in gewoon Nederlands soldaten van de Paus, hebben hun naam te danken aan hun oorsprong. Zij waren militairen die gerecruteerd werden uit de bewoners van Zouavië, een bergachtig grensgebied tussen Algerië en Tunesië. Zij namen dienst in het Franse leger, waar zij behoorden tot de keurtroepen, die in Turkse kledij gestoken dienst deden in Afrika. Zo ongeveer in 1860 richtte Paus Pius IX een korps vrijwilligers op, bestaande uit Fransen en Belgen, later aangevuld met Nederlanders en andere nationaliteiten. Het totaal werd geschat op 11.000 stuks, waarvan Nederland het leeuwendeel leverde met 3181 soldaten. Frankrijk was vertegenwoordigd met 2964 stuks en België leverde 1634 zouaven. Dit korps werd gevormd om de Pauselijke Staat te verdedigen tegen de eenwording van Italië. De soldaten werden in dezelfde Turkse uniformen gestoken als die van de Franse keurtroepen, vandaar ook de naam "zouaaf".
Johannes Renier Laugs.
Er wonen nogal wat families in Ohé en Laak, die de naam Laugs dragen of er mee verwant zijn. Bij het noemen van deze naam duikt men gewild of ongewild 120 jaar terug in de kerkelijke geschiedenis. Op 16 maart 1847 's middags om drie uur werd Johannes Renier Laugs geboren, die zich op 21-jarige leeftijd meldde als soldaat in het leger van Paus Pius IX. Als zoon van Cornelis Laugs en Catharina Joosten stamde hij uit een zeer gelovig katholiek gezin. De toenmalige burgemeester Beunen gaf op 2 november 1868 het bewijs van goed gedrag af. Op 13 november 1868 vertrok Renier Laugs met legernummer 8168 naar Rome. Hij verbleef er ruim twee jaar en keerde op 6 februari 1870 in een goede gezondheid terug. Na zijn terugkeer leefde hij nog 47 jaar temidden van de gemeenschap Ohé en Laak en woonde geruime tijd in het huisje van Moeder Magdalena. Johannes Renier Laugs stierf op 19 april 1917 en de Zouavenweg is een blijvende herinnering aan hem.
Cornelis Petrus Johannes Graus.
Cornelis Graus werd geboren als zoon van Hendrik Graus en Elisabeth Singering. Hij kwam op 10 november 1852 in Terneuzen ter wereld. Cornelis Graus was een veelzijdig man, in wezen wel een beetje avonturier. Op 1 oktober 1868 werd hij pauselijk zouaaf, misschien wel de jongste van de 10.000. Daarna ging hij in militaire dienst en nam vervolgens deel aan de Atjeh oorlog. Daarna werd hij commies van de directe belastingen in Nederland en Suriname.
Cornelis Graus werd slechts 40 jaar oud. In het begin van 1893 keerde hij met zijn familie naar Nederland terug. Hij stierf op 5 juli 1893 en werd op 8 juli te Stevensweert begraven onder grote belangstelling, vooral van de zijde van de Limburgse Zouavenbond. Ook hij verbleef twee jaar in het Pauselijk leger en werd begiftigd met de orde "Bene Merenti".
Christiaan Geurts
Christiaan Geurts en Renier Laugs zijn de zouaven, waarvan wij het meeste afweten. Christiaan werd geboren op 20 december 1842 's morgens om 11 uur te Stevensweert in het hertogdom Limburg. Vader was de 34-jarige brouwer Peter Geurts en moeder Catharina Rutten, van beroep huisvrouw. Hij was 25 jaar toen hij op 28 januari 1867 aangenomen werd als gewoon soldaat "dans Le Bataillon des Zouaves".
Hij kreeg eveneens een contract van twee jaar en moest aan een vijftal voorwaarden voldoen, zoals een afschrift van zijn geboortebewijs, een certificaat van goed gedrag afgegeven door de burgemeester, een bewijs van vrijstelling van militaire dienst, een getuigschrift van de pastoor en een gezondheidsattest van een geneesheer. Zouaaf Geurts kon slechts 8 maanden de Paus dienen, hij stierf op 22 augustus 1867 in het militaire hospitaal te Rome.
Janneke Dreessen.
Janneke Dreessen was de vierde zouaaf. In de lijst van "Les zouaves Pontificaux" vinden wij Jean Driesser, geboren op 23 september 1939. Hij was 30 jaar oud toen hij op 4 maart 1869 aangenomen werd als zouaaf. Janneke Driesser had een Stevensweertse moeder. Cornelia Sangers was haar naam en zijn vader was Christiaan Driesser afkomstig uit Wessem. Als laatste woonplaats had hij Antwerpen waar hij werkte als bediende. Na zijn diensttijd in Rome, waar hij in 1870 de slag van Rome meemaakte, verhuisde hij naar Antwerpen. In 1914 kwam hij weer naar Stevensweert. Vele iets oudere inwoners van Stevensweert hebben Janneke Dreessen nog gekend. Hij was het die orde en tucht handhaafde tijdens de kerkdiensten. Tevens stond hij bekend als kwakzalver. Met zij eigen gemaakte zalfjes genas hij vele mensen. Hij werd eveneens door de Paus begiftigd met de medaille "Bene Merenti". Op 1 september 1925 vertrok hij naar Weert.
Verzamelpunt.
Het belangrijkste verzamelpunt voor de naar Rome trekkende Zouaven was het klooster St. Louis te Oudenbosch, waar zij opgevangen werden door broeder Bernadines en pastoor Hellemans. Tussen 1866 en 1870 kwamen er wekelijks transporten aan, soms wel 145 stuks per dag. Na enkele dagen Oudenbosch gingen de vrijwilligers naar Brussel, waar zij de militaire keuring kregen. Werd men goedgekeurd, dan ging de reis naar Marseille en dan per boot naar de havenplaats van de kerkelijke
staat.
Voorwaarden.
Zouaaf worden kon niet zomaar, men moest eerst aan een zestal voorwaarden voldoen. Katholiek zijn, medisch goedgekeurd, minimaal 18 jaar zijn, ongehuwd of weduwnaar zonder kinderen, toetreden voor 1/2 of 2 of 4 jaar en zich onderwerpen aan de krijgstucht. De meeste mannen die zich opgaven om voor de Paus te dienen, vooral de jongens uit het Maasland en dus ook die van het Eiland in de Maas, werden benaderd door wervingsagent Lambert Wakkers uit Maaseik. Op een monument te Rome staat gebeiteld: "Aan de dappere soldaten die vochten voor hun godsdienst en het behoud van Rome" en hierbij horen de vier zouaven uit de mooie Maasorpen Stevensweert en Ohé en Laak.
Zouaven.
Zouaven, of in gewoon Nederlands soldaten van de Paus, hebben hun naam te danken aan hun oorsprong. Zij waren militairen die gerecruteerd werden uit de bewoners van Zouavië, een bergachtig grensgebied tussen Algerië en Tunesië. Zij namen dienst in het Franse leger, waar zij behoorden tot de keurtroepen, die in Turkse kledij gestoken dienst deden in Afrika. Zo ongeveer in 1860 richtte Paus Pius IX een korps vrijwilligers op, bestaande uit Fransen en Belgen, later aangevuld met Nederlanders en andere nationaliteiten. Het totaal werd geschat op 11.000 stuks, waarvan Nederland het leeuwendeel leverde met 3181 soldaten. Frankrijk was vertegenwoordigd met 2964 stuks en België leverde 1634 zouaven. Dit korps werd gevormd om de Pauselijke Staat te verdedigen tegen de eenwording van Italië. De soldaten werden in dezelfde Turkse uniformen gestoken als die van de Franse keurtroepen, vandaar ook de naam "zouaaf".
Johannes Renier Laugs.
Er wonen nogal wat families in Ohé en Laak, die de naam Laugs dragen of er mee verwant zijn. Bij het noemen van deze naam duikt men gewild of ongewild 120 jaar terug in de kerkelijke geschiedenis. Op 16 maart 1847 's middags om drie uur werd Johannes Renier Laugs geboren, die zich op 21-jarige leeftijd meldde als soldaat in het leger van Paus Pius IX. Als zoon van Cornelis Laugs en Catharina Joosten stamde hij uit een zeer gelovig katholiek gezin. De toenmalige burgemeester Beunen gaf op 2 november 1868 het bewijs van goed gedrag af. Op 13 november 1868 vertrok Renier Laugs met legernummer 8168 naar Rome. Hij verbleef er ruim twee jaar en keerde op 6 februari 1870 in een goede gezondheid terug. Na zijn terugkeer leefde hij nog 47 jaar temidden van de gemeenschap Ohé en Laak en woonde geruime tijd in het huisje van Moeder Magdalena. Johannes Renier Laugs stierf op 19 april 1917 en de Zouavenweg is een blijvende herinnering aan hem.
Cornelis Petrus Johannes Graus.
Cornelis Graus werd geboren als zoon van Hendrik Graus en Elisabeth Singering. Hij kwam op 10 november 1852 in Terneuzen ter wereld. Cornelis Graus was een veelzijdig man, in wezen wel een beetje avonturier. Op 1 oktober 1868 werd hij pauselijk zouaaf, misschien wel de jongste van de 10.000. Daarna ging hij in militaire dienst en nam vervolgens deel aan de Atjeh oorlog. Daarna werd hij commies van de directe belastingen in Nederland en Suriname.
Cornelis Graus werd slechts 40 jaar oud. In het begin van 1893 keerde hij met zijn familie naar Nederland terug. Hij stierf op 5 juli 1893 en werd op 8 juli te Stevensweert begraven onder grote belangstelling, vooral van de zijde van de Limburgse Zouavenbond. Ook hij verbleef twee jaar in het Pauselijk leger en werd begiftigd met de orde "Bene Merenti".
Christiaan Geurts
Christiaan Geurts en Renier Laugs zijn de zouaven, waarvan wij het meeste afweten. Christiaan werd geboren op 20 december 1842 's morgens om 11 uur te Stevensweert in het hertogdom Limburg. Vader was de 34-jarige brouwer Peter Geurts en moeder Catharina Rutten, van beroep huisvrouw. Hij was 25 jaar toen hij op 28 januari 1867 aangenomen werd als gewoon soldaat "dans Le Bataillon des Zouaves".
Hij kreeg eveneens een contract van twee jaar en moest aan een vijftal voorwaarden voldoen, zoals een afschrift van zijn geboortebewijs, een certificaat van goed gedrag afgegeven door de burgemeester, een bewijs van vrijstelling van militaire dienst, een getuigschrift van de pastoor en een gezondheidsattest van een geneesheer. Zouaaf Geurts kon slechts 8 maanden de Paus dienen, hij stierf op 22 augustus 1867 in het militaire hospitaal te Rome.
Janneke Dreessen.
Janneke Dreessen was de vierde zouaaf. In de lijst van "Les zouaves Pontificaux" vinden wij Jean Driesser, geboren op 23 september 1939. Hij was 30 jaar oud toen hij op 4 maart 1869 aangenomen werd als zouaaf. Janneke Driesser had een Stevensweertse moeder. Cornelia Sangers was haar naam en zijn vader was Christiaan Driesser afkomstig uit Wessem. Als laatste woonplaats had hij Antwerpen waar hij werkte als bediende. Na zijn diensttijd in Rome, waar hij in 1870 de slag van Rome meemaakte, verhuisde hij naar Antwerpen. In 1914 kwam hij weer naar Stevensweert. Vele iets oudere inwoners van Stevensweert hebben Janneke Dreessen nog gekend. Hij was het die orde en tucht handhaafde tijdens de kerkdiensten. Tevens stond hij bekend als kwakzalver. Met zij eigen gemaakte zalfjes genas hij vele mensen. Hij werd eveneens door de Paus begiftigd met de medaille "Bene Merenti". Op 1 september 1925 vertrok hij naar Weert.
Verzamelpunt.
Het belangrijkste verzamelpunt voor de naar Rome trekkende Zouaven was het klooster St. Louis te Oudenbosch, waar zij opgevangen werden door broeder Bernadines en pastoor Hellemans. Tussen 1866 en 1870 kwamen er wekelijks transporten aan, soms wel 145 stuks per dag. Na enkele dagen Oudenbosch gingen de vrijwilligers naar Brussel, waar zij de militaire keuring kregen. Werd men goedgekeurd, dan ging de reis naar Marseille en dan per boot naar de havenplaats van de kerkelijke
staat.
Voorwaarden.
Zouaaf worden kon niet zomaar, men moest eerst aan een zestal voorwaarden voldoen. Katholiek zijn, medisch goedgekeurd, minimaal 18 jaar zijn, ongehuwd of weduwnaar zonder kinderen, toetreden voor 1/2 of 2 of 4 jaar en zich onderwerpen aan de krijgstucht. De meeste mannen die zich opgaven om voor de Paus te dienen, vooral de jongens uit het Maasland en dus ook die van het Eiland in de Maas, werden benaderd door wervingsagent Lambert Wakkers uit Maaseik. Op een monument te Rome staat gebeiteld: "Aan de dappere soldaten die vochten voor hun godsdienst en het behoud van Rome" en hierbij horen de vier zouaven uit de mooie Maasorpen Stevensweert en Ohé en Laak.