1983

HET " EILAND IN DE MAAS " EEN BEZOEKJE WAARD

E.A. Mooren, Burgemeester van Stevensweert en Ohe en Laak

Stevensweert een klein plaatsje was ruim 300 jaar geleden een van de
belangrijkste vestingen. Strategisch lag Stevensweert aan de Maas, welk voorheen relatief van
grotere betekenis was, ongeveer halverwege tussen de grote vestingen Venlo en Maastricht.

In de tachtigjarige oorlog is dat voor de Spanjaarden aanleiding geweest om deze plaats te
versterken.Tijdens zijn bekende Maastocht van 1632 verovert Frederik-Hendrik o.a. Venlo en
Maastricht. Een jaar later heeft hij een groot deel van zijn troepen nodig voor de belegering van
de vesting Rheinberg aan de Rijn. Markies d'Aytona, die het bestuur in de Spaanse Nederlanden
waarneemt, benut dan de kans om van Stevensweert een stevige eilandvesting te maken.
Onder zijn leiding wordt Stevensweert omringd door een zware wal met zeven bastions, voorzien
van een bruggehoofd aan de andere kant van de Maas en enkele kleinere forten op het Eiland.


Stevensweert blijft - met het Overkwartier van Gelder- in 1648 bij de Vrede van Munster onder
Spaanse soevereiniteit tot aan de Spaanse Successie-oorlog. De vesting wordt dan in 1702
belegerd en zwaar beschoten. In de nacht van l en 2 oktober geeft het 450 man tellende garnizoen
zich over en trekken de Staatse troepen de vesting binnen. Officieel gaat Stevensweert bij het
Barrièretraktaat in 1715 over aan de Staten-Generaal der Nederlanden. De nieuwe heren leggen er
een garnizoen van een half, soms een heel regiment infanterie. Al snel boet de vesting qua
belangrijkheid in waardoor de vestingwerken in verval raken. .In 1765 wordt het garnizoen
weggenomen. De bouw van de vesting - helaas geslecht rond de jaren 1874 - heeft in grote lijnen
de historische ontwikkeling van het "Eiland in de Maas" bepaald. Het roemrijke verleden
verdween en is op het stratenbeloop na nog slechts afleesbaar van de oude panden, waar eens
welvaart uitstraalde en van de schat van kaarten en prenten, die in de glorietijd van dit stadje zijn
gemaakt.
Stevensweert is een oud stadje met een historische erfenis van eeuwen geschiedenis. Het is een
van de weinige overgebleven vestingsteden, waarin omtrek en stratenplan zich nog richten naar
de eisen van de vesting. Deze stedenbouwkundige structuur is zeldzaam voor Nederland en uniek
voor Limburg. Het stadje is in diverse publicaties uitvoerig beschreven, maar komt het meest tot
zijn recht in het van 1955 daterende boekwerk "Er ligt een Eiland in de Maas" geschreven door de
historicus Pater Sangers en de heer Simonus.
Een wandeling door de veste Stevensweert is ongetwijfeld een romantische en interessante
ontdekkingstocht. Men z.al telkens op verrassingen stuiten. Op de eerste plaats valt op het karakteristieke
stratenbeloop. Straatjes, die een sfeer van gemoedelijkheid scheppen. Er gaat een rust van uit van iemand die
niet meer zonodig van alles moet. Het heeft een intieme beslotenheid, die men nog maar zelden vindt. Op de
tweede plaats de aangepaste bebouwing van een eenvoudige maar harmonische architectuur met - helaas zo
hier en daar een storend element ertussen.
Verder kan men met bewondering gadeslaan enkele historische en glorieuze gebouwen zoals de
door de bouwmeester Petrus Rutten uit Stevensweert gebouwde Katholieke kerk uit 1781.
Het van 1850 daterende gemeentehuis, gebouwd door de bekende architect
Dr. Pieter Cuijpers. Het grote witte pand dat praktisch de gehele zuidzijde van het Jan van
Steffeswertplein beslaat en dat bekend staat als het "Gouvernement". Bijzonder interessant is het
Nederlands Hervormd Kerkje, gebouwd op de plaats van de vroegere slotkapel van de graven van
den Bergh, en welke thans dienst doet als streekmuseum. Een waar juweeltje is het sfeervolle en
pittoreske Jan van Steffeswertplein met haar aparte en intieme sfeer. Wandelend over de
Maasdijk, met een fraai gezicht op de Maas en het "Heerenhuis", is weinig fantasie voor nodig
om zich de oorlogshandelingen van weleer voor de geest te halen. Toch is Stevensweert geen
openluchtmuseum, maar een springlevende gemeente, waar het goed wonen is, wonende in een
moderne tijd en werkend met technieken die niets gemeen hebben met het eenvoudige handwerk
van weleer. Het is een van de weinige karakteristieke woonkernen in Limburg, die typerend zijn.
Een woonkern die vanuit cultuurhistorisch oogpunt, een kleinood van bijzondere waarde en
betekenis is.
Het zal duidelijk zijn, dat het gemeentebestuur van Stevensweert alles in het werk stelt om het
waardevolle van de historische dorpskern te behouden en te consolideren voor het tegenwoordig
geslacht en zeker voor het nageslacht.
Ook de aanpassing van het straatbeeld door het aanbrengen van authentieke
bestratingsmaterialen, verlichtingsarmaturen etc. is reeds ver gevorderd. De stormachtige
ontwikkeling, die in vele gemeenten op het terrein van de recreatie tot bloei zijn gekomen, zijn
ook aan Stevensweert niet voorbijgegaan. Stevensweert is een attractieve recreatiegemeente waar
met name in het zomer- seizoen de watersport hoogtij viert. Men heeft er de beschikking over
twee prachtig aangelegde jachthavens die, naar het zich thans laat aanzien, uitgebreid zullen
worden met ondermeer een camping en andere verblijfsaccommodaties waardoor het geheel zal
uitgroeien tot een goed en modern toegerust watersportcentrum.
Niet uit het oog mag worden verloren, dat deze nieuwe ontwikkelingen weliswaar dienen te
worden geaccepteerd, doch dat een en ander gepaard dient te gaan met het volledig veilig stellen
van de oude waarden en tradities, die voor de inwoners van wezenlijk belang zijn. Deze
generatie, is afgezien van de onontkoombare vernieuwingen en veranderingen, gehouden, de
leefomgeving, zo goed mogelijk in stand te houden en over te dragen aan het nageslacht, met alle
typische kenmerken, ontleend aan de geschiedenis. Het is dan ook van groot belang, dat gestreefd
word naar het behoud van Stevensweert vanwege haar cultuurhistorische betekenis.
Per 1 januari 1984 telde Stevensweert 1549 inwoners die voor het grootste deel de kost verdienen
in de industrie. Vroeger lag het accent voornamelijk op de landbouw maar omdat kleine
boerenbedrijven thans niet meer renderen en omdat enkele honderden hectaren wei- en bouwland
zijn ontgrind hebben helaas een aantal agrariërs hun heil elders moeten zoeken. Momenteel maakt
Stevensweert met zijn rehabilitatie-, nieuwbouw- en recreatieplannen een enorme ontwikkeling
door. Een ontwikkeling die zelfs doet gevoelen in de opbloei van het verenigingsleven dat, mede
door de in 1978 ingebruik genomen sportzaal "De Werken" borg staat voor een gezond sportief
saamhorigheidsgevoel.
Wie na een bezoek aan Stevensweert nog belangrijke bezienswaardigheden wil bezichtigen, moet zeker een kijkje gaan
nemen
bij het kasteel Hasselholt en Huize Geno in het vriendelijke tweelingdorp Ohé en Laak.
Ohé en Laak, de geboorteplaats van Catharina Daemen, stichteres van de zusters
van Heythuysen en andere markante figuren zoals de abt Florentius van der Velde, Prior Simon
Willem Gielen en de Zouaaf Joannes Renier Laugs, vertoont met haar boerderijen, boomgaarden
en beboomde wegen alle lieflijke aspecten van deze streek. Ondanks de jaarlijkse invasie van de
watersportliefhebbers heeft dit plaatsje met haar 850 inwoners, haar karakter toch grotendeels
behouden.
Ohé en Laak heeft zich desalniettemin de laatste decennia aangepast aan de eisen des tijds. Het
agrarische karakter is weliswaar niet geheel verdwenen, doch de gemeente heeft zich tot een
aantrekkelijke woon- en leefgemeente ontwikkeld. Het oude agrarische patroon, waar, om met
een 17de eeuwse dichter te spreken "het leeven des gemeenen landsmans zoetjes heenrolt"
behoort thans voor een groot gedeelte tot het verleden. Op weg van Stevensweert naar Ohé en
Laak kan men dan ook nog de Hompesche-molen uit 1721 bezichtigen, Limburgs enige
bakstenen stellingmolen.
Moge dit jaarboek de leden van de Stichting "Amici Insulae" nog meer overtuigen van de
onvervangbare waarde van wat thans nog is van “Het Eiland in de Maas".
Een eiland dat bij de tijd wil blijven, maar wel met behoud van de historische schoonheid, welke
de voorouders hebben nagelaten.