Benjamine Keijzer: de tragedie van een Limburgse Prinses (jaarboek 2016)
Gedurende de 750 jaren dat de parochie St. Stephanus bestaat, hebben de Stevensweertenaren verschillende bezetters gekend.
Na de katholieke Spanjaarden, kwamen de Hollanders. Na de belegering in oktober 1702 kwam Stevensweert onder Hollands bevel te staan en komen protestanten in de vesting Stevensweert.
Het was niet zeldzaam dat er huwelijken hebben plaatsgevonden tussen protestanten en katholieken.
De Staten echter achtten deze gemengde huwelijken zeer ongewenst, maar bovendien vloeiden er niet zelden allerlei moeilijkheden uit voort.
Desondanks trouwt een katholiek Stevensweerts meisje met een protestante prins.
Afgezien van het feit dat het een gemengd huwelijk was, was het ook nog een huwelijk van een burgermeisje met een prins,
zoon en toekomstige opvolger in het Vorstendom Anhalt, dit tot ongenoegen van de Vorst.
In het kader van de festiviteiten rondom het 750-jarig bestaan van de parochie St. Stephanus te Stevensweert
werd speciaal het spel “De tragedie van een Limburgse prinses” opgevoerd
door de spelersgroep “Benjamine Keijzer”, geformeerd uit de stadsgidsen.
In 1633 werd Stevensweert door de Spanjaarden overrompeld en ingenomen.
Zij begonnen meteen met de aanleg van een vesting.
In 1702 werd tijdens de slag om Stevensweert door Hollandse troepen de Spanjaarden uit Stevensweert verdreven en kwam Stevensweert onder Hollands bevel te staan.
Het is tijdens deze Hollandse periode dat in 1726 een uit Zwolle afkomstige kapitein in Stevensweert tot plaatsmajoor van het Staatse garnizoen benoemd werd.
Deze Johan Keijzer van protestantse komaf, huwde de katholieke Mechtilde, dochter van burgemeester Randaxe.
Uit dit huwelijk werden 6 dochters geboren.
De tweede dochter Benjamine groeide op in het stille Stevensweert tot een van de meest gracieuze dorpsschonen.
Zij droomde van een prins op het witte paard.
Haar droom werd werkelijkheid toen in januari 1748 een jonge bevelhebber in fleurig uniform, gezeten te paard, aan het hoofd van zijn legerafdeling de vesting Stevensweert binnenreed.
Door zijn charmante verschijning maar ook door zijn hoge adellijke afkomst deed deze erfprins Carel Lodewijk von Anhalt-Schaumburg de harten van menig jonge dame in Stevensweert sneller kloppen.
De protestante Carel Lodewijk huwde op slinkse wijze in maart 1748 de katholieke Benjamine.
Voor Benjamine begint vanaf dat moment een kortstondige illusie van het onverwachte sprookje
dat echter spoedig zal uitmonden in een diepe tragedie van haar verdere leven
wanneer zij als een verlaten prinses
in gezelschap van haar inmiddels geboren dochter Caroline,
verbannen uit haar geboortedorp en vaderland in den vreemde zwerft
met in haar hart de nooit helende wond van een gebroken geluk.
Hans Richter
Ten huize van Mechtilde Keijzer – Randaxe de moeder van Benjamine. | |
Pastoor Broccaerts laat zich storen en verantwoordt zich. Hij voltrok samen met dominee Mobachius het huwelijk tussen Benjamine en Carel Lodewijk, prins van Anhalt. | |
Prins Victor Amadeus vorst van Anhalt – Schaumburg en schoonvader van Benjamine doet zijn woord | |
De verteller confronteert Mechtilde en Benjamine met onwaarheden. | |
Thomas de Mahy, Markies de Favras, verschijnt te tonele en verhaalt over zijn huwelijk met Carolina, dochter van Benjamine. |
De spelersgroep v.l.n.r.
Frans Theunissen, Jeanne Seegers, Mia Smetsers-Coenen, Mieke Kehrens, Hans Richter,
Toke Verlinden-Coenen, Gérard Rutten, Jan Bogie