2008

TOESPRAAK DOOR HAR RUTTEN BIJ DE PRESENTATIE VAN HET BOEK

H.G.M.Rutten

TOESPRAAK DOOR HAR RUTTEN BIJ DE PRESENTATIE VAN HET BOEK “STEVENSWEERT, VESTING AAN DE MAAS”
Dames en heren,
Vandaag is het 18 mei 2008. Precies 375 jaar geleden, we komen dan terecht in mei 1633 (de laatste periode van de Tachtigjarige Oorlog) was de hoogste baas van het Spaanse leger in de Nederlanden samen met zijn onderbevelhebbers in het geheim druk doende met de details van een gedurfd plan. Het jaar daarvoor, 1632, was voor de Spanjaarden dramatisch verlopen.

De Hollanders, onder aanvoering van stadhouder Frederik Hendrik, waren met een leger vanuit Nijmegen, te voet en met boten over de Maas, in korte tijd doorgestoten naar Maastricht (de A73 met zijn tunnels was er toen nog niet, het ging dus allemaal een stuk sneller dan nu!). Dat dit plan zo goed lukte, kwam o.a. door de bereidwillige medewerking van graaf Hendrik van den Bergh, heer van Stevensweert en Ohé en Laak, die was overgelopen van de Spaanse naar de Nederlandse kant. Daardoor ondervond Frederik Hendrik weinig tegenstand in Midden-Limburg en zo was het mogelijk in betrekkelijk korte tijd de sterke vesting Maastricht te bereiken en te veroveren. Wanneer van daaruit ook nog zou kunnen worden doorgetrokken naar Brussel, wat oorspronkelijk ook de bedoeling was, dan zou dat het definitieve einde betekenen van de Tachtigjarige Oorlog en dus ook van de Spaanse invloed in de Zuidelijke Nederlanden. Het machtige Spanje zou de opstandige Nederlanden kwijtraken. Dat moest natuurlijk koste wat kost voorkomen worden. Maastricht terugveroveren was voor de Spanjaarden op dat moment te hoog gegrepen. De stad was versterkt met uitgebreide verdedigingswerken en er lag een sterk Hollands garnizoen.
De enige kans voor Spanje was om de Hollanders op een andere plaats aan te vallen en die plaats werd het Eiland in de Maas.
Op 27 mei 1633 staken de Spanjaarden onder leiding van hun opperbevelhebber Francisco de Moncada de Maas over en bezetten het Eiland. De bedoeling was duidelijk. Door het bezit van het Eiland konden de Spanjaarden de Hollandse verbinding over de Maas vanuit het noorden naar Maastricht volledig blokkeren. Ook de landverbindingen in de omtrek waren gemakkelijk te controleren. Kortom, het bezit van Stevensweert was voor de Spanjaarden van uitermate groot strategisch belang.
Om hun doel te kunnen bereiken moest het eiland wel afdoende versterkt worden en daar maakten de Spanjaarden veel werk van. Langs de hele Oude Maas, van Roosteren tot Maasbracht, legden ze een dijk aan die om de zoveel meter werd voorzien van een klein fort. Verspreid over het eiland werden nog eens drie grote forten opgeworpen. De meeste moeite werd echter besteed aan het maken van een versterking van waaruit de Maas kon worden gedomineerd. Hiervoor was een echte vesting nodig en dat betekende in die tijd een compleet systeem van aarden wallen, bastions, brede watergrachten, daarbinnen de ravelijnen en een buitenwal die als een zigzaglijn om de gracht liep. Binnen de wallen moest plaats zijn voor een garnizoen dat bij een aanval de vijand kon afslaan. Als locatie voor deze vesting kozen de Spanjaarden de plaats rondom het grote kasteel van Stevensweert en de daar dichtbij gelegen katholieke kerk.
Op zich is dit allemaal nog niet eens zo erg bijzonder. Talloze plaatsen in de Nederlanden werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog versterkt en voorzien van dit soort verdedigingswerken. Wat maakt Stevensweert dan zo speciaal? Dat is de vrijwel perfecte meetkundige radiale opzet van de vesting die door de Spanjaarden werd toegepast. Er was natuurlijk al bebouwing aanwezig rondom kasteel en kerk maar die werd door de Spanjaarden doodeenvoudig afgebroken. Het oude plaatsje Stevensweert, zoals dat uit de Middeleeuwen
was gegroeid, werd radicaal opgeruimd. Het was de plek geweest van mensen die gingen wonen op een eiland in de Maas, rond een groot kasteel.
Het was ook het land waar de wonderlijk mooie Kantharos werd gevonden, daterend uit de Romeinse tijd. Het was ook het land waar rond 1470 Jan van Steffeswert werd geboren, de grote Stevensweertse kunstenaar die de Maastrichtenaren het genoegen heeft gedaan om naar hun stad te verhuizen en daar prachtige kunstwerken te maken. Dát oude Stevensweert bestond vanaf 1633 niet meer. Zelfs de woning van de pastoor moest er aan geloven. Het gekozen stervormige model bepaalde volledig het nieuwe uiterlijk van Stevensweert. De plaatselijke bevolking had niets te vertellen. In een oorlog geldt nou eenmaal het recht van de sterkste.
Militaire ingenieurs kozen een middelpunt uit en van daaruit werd door landmeters een cirkel uitgezet met een middellijn van zo’n 390 meter. Die cirkel werd weer verdeeld in 26 gelijke stukken en deze indeling bepaalde de hoekpunten en de snijpunten van de verdedigingswerken. Binnen de omwalling werden 11 nieuwe straten aangelegd en ook die, en nu komen we aan het bijzondere van de vesting Stevensweert, werden aangelegd volgens de radiale plattegrond. Dat betekent dat alle straten vanuit de verdedigingswerken samenkomen in het middelpunt. Die opzet was de wens van de Spaanse opperbevelhebber Francisco de Moncada en zo werd het ook uitgevoerd. Daarmee legde deze Spaanse generaal de stedebouwkundige opzet van Stevensweert vast tot in onze dagen en waarschijnlijk ook voor de verre toekomst. Stevensweert werd in 1633 opnieuw op de kaart gezet en in die vorm is het blijven bestaan tot in onze dagen. Ook al zijn de wallen afgegraven en de grachten gedempt, de historische kern van Stevensweert heeft nog altijd, vrijwel ongewijzigd, het uiterlijk van het in 1633 uitgevoerde idee van Francisco de Moncada. Vele tientallen jaren dicteerde de militaire overheid het leven in de vesting Stevensweert. Niet voor niets zijn de grootste grafstenen in de katholieke kerk de grafstenen van Spaanse militaire gouverneurs uit de 17de eeuw.
Wat is er allemaal met de vesting Stevensweert gebeurd tussen het jaar 1633 en het jaar 2008, een periode van 375 jaar? Dat ga ik u nu niet uitleggen. Daarvoor is het boek bedoeld dat vandaag wordt gepresenteerd, het eerste boek dat volledig is gewijd aan de vestinggeschiedenis van Stevensweert.
Natuurlijk was er al literatuur over de geschiedenis van Stevensweert. In dit verband noem ik graag het belangrijke boek “Er ligt een Eiland in de Maas”, geschreven in 1955 door pater Willem Sangers, de heer Simonis en nog diverse andere auteurs. Naast de algemene beschrijving van het Eiland in de Maas zijn in dit boek 41 bladzijden gewijd aan de specifieke vestinggeschiedenis. Er is echter meer te vertellen over de vesting Stevensweert. Jarenlang archiefonderzoek heeft inmiddels weer nieuwe gegevens opgeleverd. Ik ben dan ook blij en dankbaar dat de vereniging Amici Insulae en de Stichting Streekmuseum Stevensweert / Ohé en Laak in het kader van hun 25-jarig jubileum het financieel mogelijk hebben gemaakt de reeds bekende en de nieuw ontdekte feiten over de vestinggeschiedenis van Stevensweert vast te leggen in een nieuw boek. Tijdens het schrijven, wat toch wel een jaar heeft geduurd, vroeg me iemand: “Hoe gaat het met het schrijven van het boek?” Ik heb toen geantwoord: “Het is een eenzame strijd”. Dat lijkt wat overdreven maar toch zit er een grote kern van waarheid in.
Na het nodige archiefonderzoek, een arbeid die eigenlijk nooit is afgerond, sta je alléén voor de moeilijke taak om te selecteren wat wel en niet nuttig is voor het maken van het boek. In dit geval moest het een chronologische weergave worden van de vestinggeschiedenis vanaf 1633 tot nu. Die taak had ik me zelf gesteld. Met die selectie moet je vervolgens een leesbaar verhaal maken, niet te wetenschappelijk en ook niet te populair. In elk geval gestoeld op historische feiten en met te controleren bronnen. Dat is makkelijk gezegd maar moeilijk gedaan, zeker als alles moet gebeuren in vrije tijd. Maandenlang lag mijn computerkamer op
de eerste verdieping volgestapeld met kopieën van archiefstukken, zelfgeschreven kladjes, correspondentie met andere onderzoekers, boeken, kaarten, aantekeningen uit bezoeken aan archieven in binnen- en buitenland enz. Allemaal noodzakelijk om bij de hand te hebben, als je eenmaal op de onzalige gedachte bent gekomen om een boek te schrijven. De kamer was voor anderen bijna niet te betreden. Over de tijd die het heeft gekost, overdag maar ook vaak ’s nachts tot in de late uurtjes, zal ik maar verder niet uitwijden. In diverse periodes was er in elk geval letterlijk sprake van een scheiding van tafel en bed. Maar een goed huwelijk kan dat hebben! Menigmaal werden drankjes en hapjes over de trap naar boven geserveerd en dat maakte het allemaal nog enigszins draaglijk. Daarom een welgemeend dankjewel aan mijn vrouw Annie die over dit alles nooit geklaagd heeft maar integendeel steeds het afmaken van het karwei heeft gestimuleerd. Dank je wel! Mijn dochter Francien was zo goed de tekst kritisch na te kijken en geloof me maar: dochters kunnen behoorlijk kritisch zijn tegenover hun vader!
Haar man Rob heeft nog een duit in het zakje gedaan door voor het boek met de computer een mooie montagefoto te maken van de huidige plattegrond van Stevensweert, geprojecteerd binnen de vestingwerken uit 1827. Allebei heel erg bedankt!
Als de tekst dan uiteindelijk klaar is, komt de drukker in beeld. Ik ben erg blij dat Drukkerij Econoom uit Beek dit werk op een uitstekende manier heeft verricht. Met name Jean Romans wil ik graag hartelijk danken voor zijn inzet en medewerking bij de uiteindelijke vormgeving van het boek.
Har Schillings, oud-bestuurslid van het Streekmuseum, was zo goed enkele historische kaarten beschikbaar te stellen als illustratiemateriaal. Ook dat heb ik zeer gewaardeerd.
Nu is het boek dan klaar. Aan wie het wil lezen, wens ik veel leesplezier toe. U leest het verhaal van Stevensweertse mensen die honderden jaren lang te maken hadden met vreemde soldaten van allerlei nationaliteiten, met andere religies en met verschillende talen. De Stevensweertenaren, zo is mijn mening, hebben zich daar goed doorheen geslagen. Ze hebben geleerd te leven met allerlei soorten mensen, met allerlei opvattingen en met allerlei machthebbers. Bovenal hebben ze geleerd te relativeren en de zorgen en angsten te bestrijden met de nodige humor. De Stevensweertenaren van nu hebben ongetwijfeld iets over gehouden uit hun belangrijke verleden. Niet voor niets bestaat er een oud Midden-Limburgs gezegde waarbij men, schrik niet, de wereldbevolking verdeelt in drie categorieën: er zijn goede mensen, er zijn slechte mensen en er zijn de mensen van Stevensweert.
Laat het maar zo zijn…….
Ik dank u voor uw aandacht.
H.G.M. Rutten