2005

ER STOND GESCHREVEN ……. (1)

J.H.M. Richter

In beschrijvingen van regio’s, vermeldingen in reisgidsen en in reisboeken komt de aandachtige lezer wel eens een tekst tegen over Stevensweert en Ohé en Laak.
In dit jaarboek wil ik u deelgenoot maken wat er o.a. in het “Reisboek van Limburg” en in het “Limburg Reisboek” te melden stond over Stevensweert en Ohé en Laak.
De tekst is letterlijk overgenomen.


“REISBOEK VAN LIMBURG”
Rond 1947 verscheen er een uitgave verzorgd door de Stichting Limburgse Federatie van Vereenigingen voor vreemdelingenverkeer, met als titel “Reisboek van Limburg”. Dit boekje had meer iets weg van een handig naslagwerkje.

OHE EN LAAK

INLICHTINGEN
Correspondentie V.V.V.: A.W. Beunen, Hoofdonderwijzer.
BEVOLKING
Aantal inwoners op 1 januari 1946: 630
Bestaansbronnen: landbouw, veeteelt en fruitteelt.
AARD DER PLAATS
Ohé en Laak is een landbouwgemeente, gelegen in Midden-Limburg aan de Belgische grens.
VERKEER
Treinverbinding: station Echt
Autobusdienst: idem
Vrachtvervoer: vrachtondernemer G. Damen-Storms, Jac. Damen.
INSTELLINGEN
Gemeente-secretaris, gevestigd te Ohé: geopend van 9-12 uur en van 14-17 uur.
Ziekeninrichting: ziekenhuis te Roermond en Sittard.
Afd. Limb. Groene Kruis: te Ohé no. 64.
Doktoren, Tandartsen en Apotheek: Echt
Kerken: 1 R.K. Kerk en 1 kapel “St. Anna”.
Scholen: 1 R.K. school.
SPORT EN ONTSPANNING
Voetbal
Harmonie: in Juli openluchtconcert.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Kasteel “Het Goedje”: dat thans dient als boerderij. Gebouwd in het midden der 16e eeuw. Vanaf het kruispunt nabij de kerk is het kasteeltje zichtbaar. Voor belangstellenden is het te bezichtigen.
FOLKLORE
Kermis: Zondag na 26 Juli en Zondag vóór 29 October.
Processies: 2en Zondag na Pinksteren en 15 Augustus.
TOCHTEN
Vanuit Stevensweert over Maasdijk langs St. Anna-kapel, langs ruïne Walburg - over dijk naar Ohé (vooral in Mei als de fruitboomen bloeien mooi) - via Ohé langs kasteel “Het Goedje” naar Echt.
LOGIESGELEGENHEDEN
Pension J. Bongaarts-Croughs, Laak 21, 1 bed.
Pension Jan Langs-Creemers, Laak 10, 1 bed.
LITERATUUR
Zie voor kasteel “Het Goedje” het boek van Jos. van Wessem Sr. over “Sittard en omgeving”.


STEVENSWEERT

INLICHTINGEN
Gemeentehuis, Singelstraat 124
GESCHIEDENIS
Vermoedelijk is de naam oorspronkelijk geweest Weerd, Werde of Wierde. Later is de naam van den patroon van de kerk, den H. Stephanus, voor dezen naam geplaatst, ter onderscheiding van gelijknamige gemeenten. De juiste naam is St. Stephanus-Weerd. Door de ligging van het dorp aan de Maas, die in vroegere eeuwen de groote verkeersader is geweest tusschen Zuid en Noord , moeten al voor eeuwen her menschen hier gewoond hebben. In de 17e eeuw is Stevensweert een vesting geworden. In 1632 besloot de Marktgraaf van d’Aytona, die na den dood van Infante Isabella het bestuur in de nog Spaansche Nederlanden uitoefende, het eilandje in de Maas te versterken en het dorp te ommantelen.
BEVOLKING
Aantal inwoners op 1 Januari 1946: 1206.
Tot het dorp behooren de volgende gehuchten: Bilt, Eiland en Brandt.
Bestaansbronnen: Landbouw, klompenindustrie, mijnindustrie, steen- en pannenfabrieken en kiezel-exploitatie.
AARD DER PLAATS
Stevensweert is een landbouwdorp, gelegen in Midden-Limburg, 15 km ten Zuiden van Roermond aan de rivier de Maas.
VERKEER
Autobusdienst: Stevensweert-Roermond-Sittard. Haltes: ongeveer 20 minuten loopen van de kom van het dorp en Café H. Verwijlen, Maasbrachterweg.
Taxionderneming: M. Hendrikx, Stevensweert-Eiland 35.
Vrachtvervoer: per paard en auto.
INSTELLINGEN
Gemeente-secretarie: Singelstraat 124; Geopend van 9-12 uur en van 2-5 uur.
Postcommandant Rijkspolitie: Singelweg 182.
Hulppostkantoor: Veldstraat 81; Geopend van 8.30-10.30 uur, van 2-3.30 uur en van 6-7 uur.
Telefoon- en Telegraafdienst: Veldstraat 81. Geopend zie Hulppostkant.
Scholen: 1 R.K. school voor jongens, Singelstraat 104 en 1 R.K. school voor meisjes: Kom 105a.
Kerken: 1 R.K. Kerk en 1 Ned. Herv. Kerk.
Ziekeninrichtingen: Ziekenhuis te Sittard. Ziekenauto is te bestellen bij M. Hendrix, Eiland 35, telefoon 236.
SPORT EN ONTSPANNING
Voetbal.
Visschen: Vergunning moet aangevraagd worden ten gemeentehuize.
Tooneelvereeniging.
Harmonie: St. Stephanus.
FOLKLORE
Schieten met klappers bij huwelijk.
Burenplicht bij overlijden.
Kermis: 1en Zondag na 3 September.
Processies: 30 April St. Marcusprocessie; Sacramentsprocessie op den Zondag na Sacramentsdag; Kermiszondag; Sacramentsprocessie; Processie op de 3 Kruisdagen Maandag, Dinsdag en Woensdag voor ’s-Heeren Hemelvaart.
BEZIENSWAARDIGHEDEN
Het dorp op zich zelf is een bezienswaardigheid. De bouw van het dorp verraadt den stadsbouw. Men kan den bouw vergelijken met een wiel, de spaken zijn de straten, die op de Markt samen komen. Men kan goed zien dat het dorp een oude vesting is geweest. De laatste resten van de wallen zijn jammer genoeg in 1936 en volgende jaren afgegraven. Uit den bouw van de oude woningen blijkt, dat Stevensweert een rijk dorp moet zijn geweest.
Oude woningen zijn: de woningen van den dominee (oud gouvernement) en de woningen Singelstraat 6, Singelstraat7, Veldstraat 8, Veldstraat 111 en Veldstraat118.
R.K. Kerk: altaren, biechtstoelen, oude kerkbanken (gilden), preekstoel, communiebank, koorbanken; oude misgewaden; 5 oude schilderijen van een onbekend meester, voorstellend het H. Lijden van Christus. Enkele oude grafzerken uit het begin van de 17e eeuw en enkele grafzerken in de kerk, die gedeeltelijk zijn afgesleten.
Windmolen van H. Sangers, Bilt 1, gebouwd in 1732. De Molen is gebouwd boven het woonhuis.
Stevensweert is een oude garnizoensplaats. De oude barakken – thans schuren – zijn er nog te bezichtigen. Verder bevindt zich op de gemeente-secretarie nog een oude plattegrond-teekening van Stevensweert uit 1632.
TOCHTEN
Stevensweert-Ohé en Laak: 40 minuten.
Stevensweert-Maasbracht: 45 minuten.
LOGIESGELEGENHEDEN
Geen.
LIMBURGS REISBOEK.
W. L. Leclercq schreef zijn “Limburg Reisboek”. Geniet u mee wat hij schreef over het Eiland in de Maas. Dit boekwerkje verscheen rond 1949 daar er in de tekst vermeld wordt dat men bezig is met het vergroten van de katholieke St. Stephanuskerk in Stevensweert.
…..Over de Oude Maas, die zich van Maasbracht tot Roosteren door het vette land kronkelt, bereiken we het gehucht Eiland; er staat een aardig huis bij de brug en de overtocht per rijwiel kost twee cent. Het is hier en schoon land: weiden en boomgaarden, steile randjes met heggen en zware Canada’s. Boven de deur der nieuwe kapel staat een oud, wit beeldje van de H. Rochus en binnen prijken de vier Evangelisten in 17e-eeuws terra cotta; bij de weg naar het Bildt liggen twee grote witgepleisterde hoeven.
Aan Stevensweert is duidelijk te zien dat het een vroegere vesting is; het is in een zeshoek gebouwd met van het centrum uitstralende straten. In dit centrum stond vroeger het kasteel der heren van Stevensweert (het was een vrije rijksheerlijkheid met muntrecht), dat omstreeks 1600 is afgebroken en waarvan ge aan een huis nog enig muurwerk van een oude ronde toren kunt ontdekken; de toenmalige heer, graaf van den Bergh, liet toen het kasteel Walborg bouwen. Kort daarna kreeg het plaatsje echter betekenis als vesting: tijdens de veldtocht van Frederik Hendrik. De Spaanse bevelhebber in deze streken nam geen halve maatregelen en Stevensweert werd een vestingstadje in optima forma: in die dagen was dat de vorm van een zespuntige ster met wallen, bastions, grachten en daarbuiten nog een wal met ravelijnen. Langs de gehele Oude Maas legde hij een wal met schansen aan; tussen de oude en de nieuwe bedding verrezen vier gebastionneerde veldversterkingen, die men gerust kleine forten kan noemen. Zijn werk heeft succes gehad; Frederik Hendrik veroverde wel Venlo, Roermond en Maastricht, maar Stevensweert bleef in Spaanse handen. Eerst in de Spaanse successie-oorlog werd het door Staatse troepen veroverd; het behoorde tot de vestingen waar de Republiek krachtens het Barrière-tractaat een bezetting mocht legeren. In 1868 is de vesting opgeheven en enige jaren later werden de wallen en schansen publiek verkocht; er is thans niets meer van over, behalve het fort Contelmo, dicht bij Roosteren; in 1936 zijn de laatste resten der wallen geslecht. Er bestaat een gravure van Stevensweert uit 1750, waarop men een groot gouvernementsgebouw ziet met een zware toren en een hoofdwacht in Griekse stijl; ook daarvan is niets meer over. Wat er nog wel is: de enigszins doodse atmosfeer, ontstaan doordat het leven waaraan het zijn bestaansreden ontleende er uit gevloden is. De bouworde van het stadje is geheel die van een vesting; de verdedigingswerken en het garnizoen zijn verdwenen, en nu maakt het een beetje de indruk van een doelloos decor, een lege stad, mokkend over vergaan vertier. Er is een aardig raadhuis, een eenvoudige 18e-eeuwse pastorie, een deftig wit huis met een stoep in de Singelstraat en een dito bij de kerk, veel oude huizen met gevelsteentjes en grote boerderijen. De kerk staat dicht bij de Maas aan een aardig, maar wel erg stil pleintje; het is geen fraai gebouw uit 1781, dat men bezig is te vergroten; zij bevat veel houtsnijwerk, o.a. een groot aantal 18e-eeuwse kerkbanken. Tegen de kerkhofmuur staan een wapensteen van 1761 en een vervallen grafkapel met een voorportiek en een geprofileerde steen.
Van de weg naar Laak zien we in het open bouwland de Hompescher molen staan, een stenen bovenkruier die zijn naam ontleent aan de graven de Hompesch, de laatste heren van Stevensweert. Laak is een buurtschap van royale boerenhoeven, ten dele wit gekalkt, onder hoog geboomte, gelegen in een weelderig landschap van weiden, boomgaarden, laagten en steile randjes, begroeid met heggen en Canada’s. In de St. Anna-kapel staat een 16e-eeuws beeldgroepje; het kasteel Walborg aan de Maas is een ruïne en zal wel geheel gesloopt worden. Het landschap blijft sappig en rijk begroeid tot het kanaal; dicht bij het Steener bos (laag hout met enkele opgaande bomen) ligt het kasteeltje het Goedje, waaraan men allerlei bouwstijlen en bouwwijzen bestuderen kan: laat-Gotisch, Renaissance, vakwerk, mergel, baksteen en de afwisseling van deze beide. De hoofdvleugel is opgetrokken van mergel en heeft twee, helaas vrij bouwvallige topgevels; de zuidelijke gevel is vernieuwd in baksteen met mergelbanden; de kruisvensters hebben accolade-bovendorpels en zijn gevat in korfboognissen; onder de daklijst zien we een mooi geprofileerd fries.
Deze vleugel is omstreeks 1550 gebouwd; de westelijke vleugel is een eeuw jonger en van baksteen opgetrokken, de binnenzijde op de verdieping van vakwerk; ook de topgevels van dit gebouw verkeren in zeer slechte staat. Verder is er nog een thans gecement bijgebouw en een tuinmuur van baksteen met mergellagen: alles bijeen een bijzonder bekoorlijk landelijk kasteeltje en het is zonde en jammer dat het zo schromelijk verwaarloosd wordt. In de gewelfde kelders heeft men tijdens de oorlog de inventaris der nieuwe kerk van Ohé opgeborgen, o.a. een vroeg-Gotische hardstenen doopvont. Ohé (uitgesproken Ooy) lijkt veel op Laak, niet zo rijk gezegend met geboomte, maar wel met grote, wit gekalkte Maasdal-hoeven; een ervan is op geslaagde wijze verbouwd tot een complex arbeiderswoningen. Van de brug over het kanaal heeft men een mooi gezicht op beide dorpen…..