2000

EEN NATJE EN EEN DROOGJE

H.G.M. Rutten

Geschiedenisboeken staan meestal vol met gegevens over beroemde mensen. Koningen, generaals, keizers, ministers, ridders, pausen: hun stambomen, verrichtingen en heldendaden (andere daden worden vaak verzwegen) krijgen, overigens vaak terecht, veel aandacht. Toch vormen zij maar een klein percentage van de bevolking, anders gezegd: er zijn veel meer “gewone” mensen dan beroemde mensen. Zij maakten misschien minder wereldgeschiedenis maar hadden in elk geval wel ieder hun eigen persoonlijke geschiedenis. Gegevens over hun levens vinden we nauwelijks terug in archieven en juist daarom is in die gevallen mondelinge overlevering, waar dat nog kan, vaak de enige bron om iets te achterhalen. Een bescheiden voorbeeld daarvan vindt U in deze bijdrage.

 

 
Op 27 augustus 1997 overleed  Anna Bongers, weduwe van Eugène Scott. Enkele maanden eerder, op 11 april, had zij te Stevensweert haar honderdste verjaardag gevierd. Tot op deze hoge leeftijd was zij lichamelijk en geestelijk gezond en vertelde veel over vroeger. Graag legde zij nog een kaartje met haar buren, Lena Heuts-Seegers en Trees Theelen.
Deze laatste gaf mij een lijstje van cafés en winkels uit de eerste helft van de 20ste eeuw, zoals deze door Anna Bongers vanuit haar geheugen genoemd werden. Wellicht bevat deze mondelinge overlevering hier en daar een onbedoeld foutje of onzorgvuldigheid. Correcties of aanvullingen zie ik daarom graag tegemoet.
Ik dank Trees Theelen voor haar prima initiatief om deze namen op papier vast te leggen.

We beginnen met de lijst van cafés, want die is het langste!
Eerst een kleine nuancering: de meeste cafés van toen zijn niet te vergelijken met de horecagelegenheden van nu. De eigenaars hadden meestal een ander beroep maar gebruikten de consumptie van drank als extra bijverdienste. Het was vaak niet meer dan een kamertje met wat tafels en stoelen. Soms werd er flessenbier geschonken. De professionelere cafés hadden een echte tap maar vaak werd het bier ook met een kan opgehaald uit de kelder, waar het koel en donker in een vaatje werd bewaard.

Hier en daar is de lijst door mij voorzien van enige aanvullende gegevens.


 
1.    Elke bezoeker aan Stevensweert kon direct na het passeren van de in 1973 afgebroken brug over de Oude Maas  terecht in café Sevriens. Tot 1927 brouwde Martinus Sevriens hier zijn eigen bier. De zaak werd later overgenomen door zijn zoon Antoon en diens schoonzoon Bernard van Lankvelt.
Opmerkelijk was de ligging van de gelagkamer, namelijk op de eerste verdieping! Vanwege de oprit naar de brug lag de woning enigszins in een laagte. Dit werd opgelost door de bouw van een loopbrug (met leuning!) waarover de gasten rechtstreeks vanaf de weg het café op de eerste verdieping konden in- en uitgaan.
2.    Een honderdtal meters verder aan de andere kant van de weg volgde dan het café van de familie Niessen. Dit lag ongeveer op een driesprong.
3.    De weg naar rechts voerde naar het gehucht Brandt, bestaande uit slechts enkele huizen maar toch met een drankgelegenheid bij de familie Ruyters-Seegers. Hier werd ook de eigen  kermis van de Brandt georganiseerd met een echte carroussel en nog een snoepkraampje erbij van Manus van Riessen uit Stevensweert!
4.    Onderweg daar naar toe, een afstand van ongeveer een kilometer, kon je desgewenst nog halt houden bij Bongers-Meeuwissen, op de hoek van de Varkensmarkt (nu Wilhelminaplein) en de weg naar de Brandt.
Ging men op de bovengenoemde driesprong naar links, richting Stevensweert, dan kon men in het gehucht Eiland nog kiezen uit vier locaties:
5.    Bij Corstjens.
6.    Bij Bèr Seegers.
7.    Bij Willem Knoops.
8.    Bij Driekske Richter, waarvan dochter Rika trouwde met Karel Bongers. Het café bestaat nog steeds onder de naam “Café ’t Eiland”.
9.    Halverwege tussen het gehucht Eiland en de kern Stevensweert lagen twee woningen: de boerderij van de familie Rutten en daarnaast de woning van aannemer Leonard (“Naadje”) Tubée. Ook bij deze laatste kon men tot in de dertiger jaren terecht voor een glaasje in het café genaamd, hoe kan het ook anders, “Halfweg”.
10.    Laatste halteplaats vóór het bereiken van de kern Stevensweert was bij Van Liebergen, op de hoek met de Julianalaan. Dit huis werd gebouwd in 1910 op de vroegere buitenwal van de vesting.
Voor de opmerkelijke lezer: je kon dus al aardig diep in het glaasje kijken voordat je Stevensweert zelf bereikt had!
11.    Op de plaats van een vroeger ravelijn, onderdeel van de vestingwerken, lag aan de Nieuwendijk het café van Tjeu van Riet.
12.    Even verder, waar zich vroeger één van de toegangen naar de vesting bevond, lag het in 1904 gebouwde café De Veldpoort van Mathijs Cuypers (beter bekend als “biej de Tjoek”). Deze locatie bestaat nu nog onder dezelfde naam.
13.    Schuin tegenover De Veldpoort lag café Clerx-Niessen, tot 1984 voortgezet door zoon Twan.
14.    Op de hoek van de Nieuwendijk en de Singelstraat Oost kon men vervolgens iets nuttigen bij Sef van Riet.
15.    Aan de Veldstraat Oost was de volgende locatie bij het echtpaar Seegers-Rutten. Hier hing boven de deur een uithangbord met een geschilderde haas die in een mand op zijn rug een vos meedroeg. Op het bord was geschreven: “Doe Uw vijanden wel”.
16.    Ook bij de buurman Jacobus Rutten was een drankgelegenheid. Op deze locatie is rond 1970 de RABO-bank gebouwd.
17.    Enkele huizen verder was in de smalle woning van Bèr Jeurissen toch nog plaats voor een cafeetje.
18.    Schuin ertegenover, op de hoek van de markt, het café van Graad Stokbroekx, in 1921 overgenomen door het echtpaar Richter-Cretskens. Dit café heet nu “Café Ritho” (afkorting van Richter-Thoolen).
19.    Op de hoek van de Veldstraat en de Molenstraat Noord lag café Concordia van Pierre Smeets, van oorsprong al een eeuwenoude herberg. Momenteel is hier gevestigd restaurant Herberg Stadt Stevenswaert.
20.    Aan het einde van de Molenstraat Noord bij de kruising met de Singelstraat Oost lag het café van Van Ool-Sligchers.
21.    Op de hoek van de Brouwerstraat en het Jan van Steffeswertplein lag het café van Bèr Dirkx, voortgezet door zoon Sjang met zijn vrouw Betje. De gelagkamer was maar klein, een gevolg van de eigenaardige ligging op de punt van twee naar elkaar toelopende straten.
22.    Een klein eindje verder, richting parochiekerk, was nog een café bij Geurts. Ook al een zeer oude herberg, genaamd  “De Dry Croonen”.
23.    Tegenover de Protestantse Kerk, waar nu restaurant Chambor is gevestigd, was destijds het café van Willem Cuypers.
24.    Enkele meters verder, maar nu aan de linkerkant, lag het café van Graadje Bongers.
25.    Daar weer tegenover was dan de zaak van Bert Dirks en echtgenote Tien Seegers.
26.    Vlak voordat we dan de Maas bereiken, belanden we in het café van Sefke Moors (tevens veerman), genaamd De Maaspoort. Deze zaak bestaat nu nog onder dezelfde naam.
27.    Aan de andere kant van de straat kon men eveneens de dorst lessen bij Richter (later pand Mols)
28.    We zetten de kroegentocht voort en lopen weer terug het dorp in. Links naast café Dirks (zie nr. 25) lag nog het café van Jac Geurts.
29.    Op de hoek van de Singelstraat en de Rulkenstraat vinden we dan de zaak van Jacobus Richter.
30.    Aan de zuidzijde van de markt (nu rijwielhandel Dirks), was het café van Sjang Richter (tevens slagerij).
31.    Op de hoek van Singelstraat Zuid en Molenstraat Zuid kon je nog wat drinken bij Fina Croughs. Het pand is helaas na de Tweede Wereldoorlog afgebroken.
32.    En wie na dit alles nog niet genoeg had, kon bij het verlaten van Stevensweert aan de zuidzijde nog altijd een glaasje nuttigen bij Karelke Hölzenspies aan de Wilhelminalaan. Hij  was ook koster en organist van de Protestantse Kerk te Stevensweert.
En dan nu de lijst van winkels.
Ook het houden van een winkel was vaak een bijverdienste, naast het eigenlijke hoofdberoep (sommige namen vindt U daarom in beide lijsten). De in- en verkoop werd meestal uitgeoefend door de vrouw des huizes.
Het gaat hier om de typische dorpswinkels waar werkelijk van alles verkrijgbaar was. Men hoefde nooit ver te lopen om te krijgen wat men hebben wou!


1.    Vos-Seegers, gelegen op het Eiland.
2.    Sef Brentjens, bakkerij en winkel op het Eiland, voortgezet door zoon Jac.
3.    Knoops-Richter, op het Eiland, later taxi Hendrix.
4.    Driekske Richter, eveneens op het Eiland, voortgezet door dochter Rika.
5.    Wullemke Smeets, aan de Julianalaan. Het pand werd gebouwd rond 1920.
6.    Frenske Krijn, voortgezet door zoon Wim (bakkerij en winkel), op de hoek van Veldstraat Oost en Singelstraat Zuid.
7.    Tubée aan de Veldstraat Oost. Eigenaar Piet Tubée was eigenlijk aannemer. De winkel werd gevoerd door zijn echtgenote Truuke Tubée-Streukens, later door zoon Jan (SPAR-winkel).
8.    Betje Rutten aan de Veldstraat Oost, waar nu tandarts Robinson zijn praktijk heeft.
9.    Bèr van Ool en zijn vrouw Clara in de Singelstraat Oost, nu Bastion Holland.
10.    Aan het Jan van Steffeswertplein de winkel van Anna Brentjens-Brummans.
11.    In de Singelstraat Noord nr. 4 de winkel van Thijssen.
12.    Daarnaast Hennekens, opgevolgd door Pierre Indemans en vervolgens door Lena Heuts-Seegers.
13.    Daar weer naast de winkel en bakkerij van Pierre Scott. In 1925 vestigde zich hier de het echtpaar Theelen-Helwegen, wiens dochter Trees de winkel voortzette tot 31-12-1993
14.    In de buurt van de Maaspoort was een winkel bij Jac Geurts, tevens café.
15.    Aan de markt bevond zich de winkel van Sjang Richter, later voortgezet door zijn dochter Betje, die gehuwd was met Harry Wijnen (Végé-winkel).
16.    In de Molenstraat Zuid had slager Peter Knoors tevens een winkel, nog lang voortgezet door zijn zoon Jan.
17.    Even verder bevond zich de winkel (en bakkerij) van Pit en Betta Didden (broer en zus).
18.    En dan had je nog de winkel van Fina Croughs op de hoek van Molenstraat Zuid en Singelstraat Zuid.
19.    In de voormalige kazernewoningen aan de Singelstraat Zuid was de winkel van Janssen-Vinken, later voortgezet door o.a. Dolf Voesten, Jo van Pie en Tjeu Krijn.
20.    In de Kazernestraat had je dan de winkel van Wiel Lebesque, na zijn dood voortgezet door zijn echtgenote Ans de Groot.
21.    Schuin ertegenover lag de bakkerij van Chrétien Majolée, die ook winkel had.
22.    In de Smeestraat had tot slot ook Anna Beunen een winkel.

Toen ik dit alles genoteerd had, zei Trees met een ernstig gezicht: “Dat was alles!” en toen moesten we samen hartelijk lachen.


                    
                                .